-3-
2. Het lidmaatschap en het plaatsvervangend lidmaatschap van het al-
gemeen bestuur eindigen bij de afloop van de zittingsperiode van
de gemeenteraad
3. Het gemeentebestuur beslist binnen een maand na de aanvang van el-
ke zittingsperiode van de gemeenteraad over de aanwijzing van een
lid en een plaatsvervangend lid van het algemeen bestuur. Aftre-
dende leden en plaatsvervangende leden kunnen opnieuw als lid of
plaatsvervangend lid worden aangewezen.
4. Leden en plaatsvervangende leden van het algemeen bestuur, die de
hoedanigheid verliezen,op grond waarvan zij tôt lid van het alge
meen bestuur zijn aangewezen, houden op lid onderscheidenlijk
plaatsvervangend lid van het algemeen bestuur te zijn.
Artikel 9.
1. Indien buiten periodieke aftreding een plaats van een lid of van
een plaatsvervangend lid in het algemeen bestuur openvalt, zorgt het
gemeentebestuur, dat het aangaat, ten spoedigste voor aanwijzing
van een nieuw lid c.q. plaatsvervangend lid van het algemeen bestuur.
2. Tussentijds benoemde leden of plaatsvervangende leden treden af op
het tijdstip, waarop degene,in wiens plaats zij benoemd zijn, had
moeten aftreden.
Paragraaf 4.2.
De werkwijze van het algemeen bestuur.
Artikel 10.
1. Het algemeen bestuur vergadert jaarlijks tenminste eenmaal en voorts
zo dikwijls de voorzitter of het dagelijks bestuur dit nodig oor-
deelt, of tenminste een vijfde van het aantal leden dit, onder opgaaf
van redenen, schriftelijk verzoekt.
2. De artikelen 47 en 48 van de gemeentewet zijn van overeenkomstige
toepassing
Artikel 11
1. Het algemeen bestuur vergadert in het openbaar. Het is evenwel be-
voegd met gesloten deuren te vergaderen, wanneer tenminste een vijf
de van het aantal aanwezige leden dit verzoekt of de voorzitter het
nodig oordeelt. Artikel 49, derde en volgende leden, van de gemeen
tewet is van overeenkomstige toepassing.
2. In een besloten vergadering kan niet worden beraadslaagd noch een
besluit worden genomen over:
a. het vaststellen van de begroting;
b. het vaststellen van de rekening;
c. het wijzigen van deze regeling.
3. In een besloten vergadering kan geen besluit worden genomen over het
wijzigen van de begroting, het aangaan van geldleningen, het uitle-
nen van gelden en het aangaan van rekening-courant-overeenkomsten.
4. Artikel 50, derde lid, van de gemeentewet is van overeenkomstige
toepassing.
Artikel 12.
1. Elk voor een deelnemende gemeente zitting hebbend lid van het alge
meen bestuur heeft in de vergadering één stem per 10.000 inwoners,
met dien verstande, dat het inwonertal naar boven wordt afgerond
tôt 10.000 of een veelvoud daarvan.
2. Het algemeen bestuur besluit bij meerderheid van stemmen.
3. Het algemeen bestuur stelt voor zijn bijeenkomsten een règlement
van orde vast. Dit règlement houdt nadere regelen in omtrent de
s temmingen.