voor elke maand op de eerste waarvan hij een betrekking met een volledige dagtaak vervulde tenminste een bedrag wordt uitbetaald gelijk aan de voor overeenkomstig rijkspersoneel vastgestelde minimum-vakantietoelage. 3» Artikel D 4, lid 6, A.A.R. Achter het woord "betrekking" invoegen: met een werktijd van gelijke duur als die in de laatstbeklede betrekking Toelichtings Het betreft hier :,verfijningen" analoog aan die welke in de rijksregeling zijn aangebracht. 4» Artikel D 5. lid 2. A.A.R. Het woord "vijftien" wijzigen in: "zestien". Toelichting: De minimum-vakantie bedraagt thans zestien dagen. 5. Artikel D 7. lid 4, A.A.R, Achter het woord "vakantiedagen" toevoegen: "tenzij het gezag dat de va- kantie verleent, in naar zijn oordeel daarvoor in aanmerking komende ge- vallen anders beslist"» Toelichting: Dit artikellid is in 1968 ingevoerd om het toenemende mis— bruik om juist vakantie op te nemen in perioden dat men we- gens ziekte slechts halve dagen werkte, waardoor in feite de duur van de vakantie kon worden verdubbeld, tegen te gaan. Het kan echter voorkomen, dat men in een dergelijke période te goeder trouw incidenteel behoefte heeft aan een halve va- kantiedag. De tekstwijziging wil dit mogelijk maken. 6. Artikel E 17. lid 2. A.A.R. De ambtenaar die een betrekking in dienst van de gemeente bekleedt, waar van de arbeidsduur tenminste 3/5 deel bedraagt van de voor een soortgelij— ke betrekking normaliter vastgestelde arbeidsduur, is verplicht aan de in lid 1 bedoelde voorziening deel te nemen. Indien daartoe naar hun oordeel aanleiding bestaat, kunnen Burgemeester en ,7ethouders een betrekking, die niet voldoet aan het gestelde in dit lid ten aanzien van de arbeidsduur, aanmerken als een betrekking als bedoeld in de vorige volzin. Van de ver— plichting tôt deelneming kunnen Burgemeester en 'fethouders op zijn ver- zoek ontheffing verlenen aan de ambtenaar die tegen deze deelneming gewe— tensbezwaren heeft. Toelichting: Bij circulaire van 24 april 1969, no. 2728 CB werd aan de ge- meenten een richtlijn verstrekt voor de bepaling van wat on— der "hoofdbetrekking" in de artikelen S 17 en E 18 moest wor den verstaan. Aangezien een richtlijn uiteindelijk onvoldoen- de rechtszekerheid biedt, wordt thans de richtlijn als defi- nitie in het A.A.R. opgenomen. 7- Artikel S 18. lid 1, A.A.R. Aan een ambtenaar die een betrekking als bedoeld in artikel E 17, lid 2, bekleedt in dienst der gemeente worden vergoed de in enig, een période van twaalf opeenvolgende maanden omvattend, tijdvak te zijnen laste blijvende, naar het oordeel van Burgemeester en Kethouders redelijk gemaakte kosten voor verrichtingen en leveringen, vallende onder de voorziening bedoeld in artikel E 17, voorzover zij een bedrag gelijk aan 1$ van het ambtelijk in- komen in de zin van de Algemene burgerlijke pensioenwet overschrijden, met dien verstande, dat voor de toepassing van de in dit lid bepaalde bijdrage van de ambtenaar in de kosten van de voorziening genoemd in artikel E 17, lid 3, buiten beschouwing blijft.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1970 | | pagina 57