- 6 -
u daarvoor graag danken, en ik hoop, dat ook de inwoners van deze gemeente zullen
beseffen, dat u een uitstekende kapitein op dit schip bent.
Ik Wil dan meteen een dankwoord richten aan allen, die vele uren werk hebben ge-
leverd om deze begroting toch nog op tijd te laten verschijnen. En als ik zeg
''allen", dan bedoel ik dat van gemeente-secretaris tôt typiste, ieder voor zijn
aandeel in het geheel.
Mijnheer de voorzitter, het gehele jaar overziende, het jaar is zo goed als om,
mogen we toch zeggen, dat het Leeuwarderadeel niet slecht is gegaan in 1970.
De beschrijvingsbrief memoreert al datgene, wat in 1970 kon worden gerealiseerd.
Hijum kreeg trottoirs, de verlichting in het Noorden kon worden verbeterd, de
Uniabuert kon gemoderniseerd worden, op het gebied van sportvoorzieningen is
zeer veel gedaan, en zo zou nog meer te noemen zijn. Hierbij is het, meen ik, het
ogenblik, om toch even te stellen, dat ook de dienst gemeentewerken voortreffe—
lijk werk heeft gedaan. Er wordt, ook wij hebben deze fout gemaakt, wel eens ver—
zuimd om deze dienst, als het moment daar is, eens naar voren te halen. Dat deze
dienst veel werk verzet, mag zeer beslist hier worden gezegd. Dat deze dienst ook
wordt gewaardeerd is gebleken bij de aanleg van de Uniabuert. Dat is in snel tem
po aangelegd en zeer tôt tevredenheid van de bewoners. Deze tevredenheid heeft
men dan ook door middel van een kleine traktatie niet onder stoelen of banken ge-
stoken. Kijk mijnheer de voorzitter, dat is nu precies wat we moeten hebben.
Een dienst voor de gemeenschap, die ook de waardering van de gemeenschap krijgt.
De negatieve kritiek op de gemeentemensen is vaak gauw uitgesproken. Wie zijn o-
gen open heeft, zal moeten erkennen dat veel van die kritiek niet billijk is.
Vie zitten b.v. weer midden in de winter, en ieder vindt het heel normaal, dat de
wegen schoon en goed berijdbaar zijn. Laten we dan ook eens even deriken aan de
mensen, die vaak onder de meest beroerde omstandigheden er voor zorgen, dat deze
wegen schoon en berijdbaar zijn.
Wij hebben er al eens eerder op gewezen, dat de bevolkingsaanwas zijn specifieke
problemen meebrengt. Trij willen er graag echte woongemeenschappen van maken, waar
ieder zich thuis voelt en gelukkig kan zijn.
Het gevaar is zeer reëel, dat zij die zich misschien minder snel kunnen aanpassen,
vereenzamen, zich hier niet thuis voelen. Er zijn mij meerdere gevallen bekend.
Helaas. Daar staat tegenover, dat met name de kerkgenootschappen het hunne doen
om deze mensen er bij te halen. Maar het zou te wensen zijn, dat de gehele ge
meenschap zich inspande om de nieuwe inwoners in de dorpsgemeenschap te halen.
Als gemeentebestuur kan men proberen nieuw leven in de gemeente te blazen. Als
gemeentebestuur kan men zijn best doen om die voorzieningen aan te brengen, die
het wonen prettig kunnen maken. Het menselijk contact echter, het zich bekommeren
om de naaste, dat moet uitgaan van de mens zelf. Speciaal voor de inwoners van
Stiens ligt, dacht ik, hier een zeer duidelijke taak.
Hopelijk wordt 1971 het jaar, waarin het nieuwe sportveldencomplex voor een deel
klaarkomt. Het is bekend, dat het collège nog niet klaar is met de Nederlandse
Spoorwegen. Mocht dit niet lukken mijnheer de voorzitter en blijkt het noodzake-
lijk een brede strook grond voor N„S. te reserveren, dan is het misschien moge-
lijk van de nood een deugd te maken, en dit terrein voor volkstuintjes te bestem—
men. Ook volkstuintjes liggen in de recreatieve sfeer en passen uitstekend in de
ze omgeving. Overigens, wij hopen, dat de oorspronkelijke plannen zonder meer
kunnen doorgaan, dat spreekt vanzelf.
In de secties is de vraag gesteld mijnheer de voorzitter waarom het bezoek aan
het zwembad minder is geweest dan vorig jaar. Hoewel de verklaring daarvoor slecht
weer m de schoolvacanties, zeer aannemelijk is, zou ik toch het volgende nog wil
len zeggen.
Van veel inwoners van onze gemeente ligt het loon aan de lage kant. Er zijn mij
meerdere gevallen bekend: minimum loon of net even daarboven, opgroeiende kinde—
ren, dus een dure huishouding, een huur die het inkomen al iets te zwaar belast:
dan is het zwembad te duur. Dan kan dat niet meer. En ik vraag mij af, of dat ook
één van de oorzaken is, waardoor de verkoop van het zwembad toch enigszins te—
leurstellend is. En moeten wij dan blijven streven naar een zo klein mogelijk te-
kort: "aar is de grens? Krijgen we zo geen prachtige voorzieningen die voor een
deel van de bevolking onbetaalbaar wordt? Dan zijn we wel op de foute weg.