ning uit over het feit, dat er mogelijkheden zijn gevonden een viertal hoognood- zakelijke werken te kunnen aanpakken. Het besluit om dit jaar geen algemene be schouwingen te houden houdt niet in, dat dit in het vervolg niet meer zal worden gedaan Integendeel, wanneer de situatie daartoe aanleiding zal geven kunnen zeker alge mene beschouwingen van zijn fractie worden verwacht. De heer Tulner zegt het volgende; Mijnheer de voorzitter, Het is voor de eerste keer, dat ik algemene beschouwingen mag houden voor de A.R./C.H. fractie. Zoals u weet, zijn deze twee partijen, die dezelfde grondslag hebben, landelijk nog niet zo ver, dat de oude namen aan kant gezet kunnen wor den om onder een nieuwe naam samen verder te gaan als één partij. Aan de top liggen de problemen vaak op een ander terrein, zijn de problemen ook vaak van groter omvang, waardoor een samengaan meer tijd kost, dan men lief is. Op plaatselijk niveau hebben wij deze volledige samenwerking, het inelkaar opgaar^ wel kunnen realiseren. Niet mijnheer de voorzitter, omdat ons dat misschien een sterkere positie in de raad had kunnen bezorgen. De mogelijkheid immers was zeer reëel, dat deze samenwerking zetelverlies had betekent. Niet daarom dus. Wel uit ideële motieven. Ook voor ons was het een niet meer te accepteren situatie, dat wij, hoewel hetzelfde beginsel - toch als twee fracties in deze raad waren vertegenwoordigd. Vanuit deze samenwerking willen wij dan ook ons best doen om mee deze gemeente te besturen, in goede samenwerking met de an- dere partijen, die in deze raad vertegenwoordigd zijn. Evenals vorig jaar is het ons een behoefte, om hier te memoreren, dat de samenwerking in de raad uitstekerd is. Ieder vanuit zijn eigen overtuiging willen wij allemaal deze gemeente voor- uit helpen en om dit doel te bereiken, kan een verstandhouding zoals die hier is, alleen maar tôt heil van de gemeente zijn. De begroting, mijnheer de voorzitter die hier voor ons ligt, is toch wel van een geheel ander karakter, dan wat wij door de jaren heen gewend waren. Algemene be schouwingen over deze begrotingen bevatten dan ook steevast een klaagzang ovei de slechte financiële positie. De ellende van de begrotingstekorten, het onve:- mogen om ook maar enige noodzakelijke voorzieningen te treffen, overheersten. En ja, dan kan men wel een keur van wensen op tafel leggen, als de middelen ont- breken, van jaar tôt jaar, dan is dat een moedeloze zaak. De gedachte is mij wel eens beslopen, dat de gemeentelijke zelfstandigheid in feite meer een kreet, dan een werkelijkheid was. De raad treedt meer op als fili- aalchef, dan als zelfstandig ondernemer. Of dit in feite nog démocratie kan he- ten, betwijfel ik. Staatsdirigisme, wat we toch in feite verfoeien, slaat hier meer op dan démocratie. Maar dit terzijde, mijnheer de voorzitter om thans klaagzangen aan te heffen zou ongepast zijn. De begroting die nu voor ons ligt, geeft de nodige ruimte, waar wij jaren lang alleen maar van hebben gedroomd. Een ruimte, die een viertal wer ken mogelijk maakt, die al jaren op het verlanglijstje staan. Mochten wij de minister van binnenlandse zaken in de afgelopen jaren ooit lelijk hebben bejegend om zijn financiëel beleid, dan is het billijk hem nu een woord van dank te brengen, nu dat beleid deze ruimte in de begroting heeft mogelijk ge- maakt. Alleen, een minister blijft een minister. Nu de deur van de burgerzinle- ningen weer is dichtgegooid, weet men niet meer of men de welgemeende dank aan de minister nog wel moet uitspreken. En als dan bovendien de Provincie nog de ur— gentie van onze werken gaat bepalen, dan komt dat stukje staatsdirigisme weer het filiaal binnen en blijft er weer wat minder van onze gemeentelijke zelfstandig heid over. b'elgemeende woorden van dank zou ik zeer beslist tôt u willen richten mijnheer de voorzitter. Als raadslid weet men uiteraard meer van ailes wat u in uw funktie voor deze gemeente doet, dan de inwoners van de gemeente, die u misschien alleen kennen als die man met die zwarte hoed. Daarom wil ik het hier graag in het open- baar zeggen, dat u toch wel zeer veel, en veelal achter de schermen, hebt gedain, om onze financiën uit het slop te halen. Dat is u dan nu gelukt. Dank zij uw il— spanning, staan we er financiëel beter voor dan wij voor mogelijk hielden. Ik ri.1

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1970 | | pagina 9