n»» wn
De raad der gemeente Leeuwarderadeelj
gezien het verzoek van het bestuur van de Woningstiohting "Leeuwarden-Leeuwar-
deradeel", gevestigd te Leeuwarden, dd. 30 juni j»l. bij Koninklijk Beslu.it van
10 maart 1914 no. 17toegelaten als instelling, uitsluitend in het belang van
de ver-betering der volkshuisvesting werkzaam, welke toelating der stiohting is
gehandhaafd bij Koninklijk Besluit van 7 juli 1966, no, 49, oms
a. voorsohotten uit de gemeentekas voor de bouw van dertien woningwetwoningen te
Br it stun
b, bijdragen in de ongedekfce jaarlijkse kosten, voortspruitende uit de exploitatie
van deze woningen^
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders dd, 20 augustus 19715
overwegende, dat aan woningen, als genoemde instelling beoogt te bouwen, in deze
gemeente inderdaad grote behoefte bestaat en dat binnen afzienbare ti jd niet is te
verwachten, dat van particuliere zijde in deze behoefte zal worden voorzien, te3>-
wijl uitvoering van het bouwplan binnen het kader van het aan de gemeente toegewezen
woningoontingent mogelijk is5
gelet op artikel 60 van de Woningwet en de Beschikking geldelijke steun toegelaten
instellingen;
besluit:
I, A, onder voorbehoud van toezegging van de door de gemeente van het Rijk te vragen'
geldelijke steun:
I. aan bovenvermelde instelling tegen een rentedie de gemeente voor het on-
derhavige doel aan het Rijk moet betalen, welke rente voorshands T^f per
jaar bedraagteen tweetal voorsohotten uit de gemeentekas te verstrekken
voor de financiering van de stiohting van dertien woningwetwoningen te
Britsum, t.w.
1e, een grondvoorschot van ten hoogste twee'dnzestigduizend zevenhonderd
dertig gulden twee'6nvijftig cent (f, 62,730*52)J
2e, voor de bouw van bovenbedoelde woningen een bouwvoorschot van ten hoog
ste vijfhonderdtwihtigduizend vijfhonderdnegenenvijftig gulden twintig
cent (f. 520,559,20)j
zulks onder de volgende voorwaarden
a, voor rente en aflossing van het grondvoorschot en het bouwvoorschotmoet door de
instelling aan de gemeente jaarlijks gedurende 75 respectievelijk 50 jaren annui-
teiten worden voldaan, groot 7,778$, respectievelijk 7,940/5 van de werkelijk
verleende voorsohotten, hiervoor genoemd onder I sub 1e en 2ej
b, de annuiteiten onder a, bedoeld, zullen voor de eerste maal vervallen op de
dagen, nader door burgemeester en wethouders te bepalen in verband met het
tijdstip of de tijdstippen, waarop de voorsohotten zullen zijn uitbetaald$
c, bij faillissement of bij ontbinding of opheffing der instelling, alsmede indien
de voorwaarden, waaronder de voorsohotten zijn verleend, niet worden nageleefd,
worden de voorsohotten of de onafgeloste gedeelten daarvan terstond opvorder-
baarj
d, bij vervreemding of bezwaring van onroerende goederen der instelling, zonder
goedkeuring van burgemeester en wethouders, of anders van gedeputeerde staten,
zal het bestuur aan de gemeente verbeuren een bedrag van twee duizend gulden
(f, 2,000,—) waarvoor de leden van het bestuur, die aan het besluit tot ver
vreemding of bezwaring hebben medegewerkt of zich daartegen niet hebben verzet
00k na hun aftreden als bestuurslid hoofdelijk ieder voor het geheel aaneprake-
lijlc zullen zijn$ onverminderd het recht der gemeente om, zo daartoe termen zijn,
in plaats van de geldboete schadevergoeding te eisen en om de vervreemding of be
zwaring niet als geldig te erlcennenj