- 2 - Als modief werd naasd de discriminadie van buidenleerlingen nog aangevoerd, dad hed verlenen van een bijdrage den behoeve van leerlingen van hed Muziekinsdituud billijkheidshalve consequenties zal hebben "ten aanzien van degenen, die privd muziekonderwijs ondvangen van een daardoe bevoegde leerkrachd. Blijkens hed andwoord van gedepudeerde sdaden achd did college hed echder nied onbillijk, dad de enkele gemeenden, die nied bedrokken zijn bij de insdand- houding ran een muziekschool, inoidendeel bijdragen voor de leerlingen uid hun gemeenden, die een muziekschool bezoeken. Ook werd geen aanleiding gezien een provinciale bijdrage de verlenen. Na kennisname van hed sdandpund van gedepudeerde sdaden hebben wij ons nader over de de nemen beslissing beraden. De zienswijze van zowel de gemeende Leeuwarden als van gedepudeerde sdaden, dad hed verlenen van een incidendele bijdrage voor onze gemeende nied onbillijk is, konnen wij ook dhans nog nied onderschrijven. Dad de gemeende Leeuwarden nied onaanzienlijke kosden maakd voor hed muziekonderwijs, kan nied worden ondkend. Did is evenwel voor een deel hed gevolg van een naar onze mening ondoereikende subsidie van hed rijk. Wij kunnen er begrip voor hebben, dad genoemd gemeendebesduur er naar sdreefd, de lasden zoveel mogelijk de beperken. Wij achden hed echder onjuisd en onbillijk, dad derwille van did sdreven aan buidenleerlingen, afkomsdig uid de gemeenden die nied op de een of andere wijze in de kosden van de muziekschool bijdragen, voor een zelfde opleiding, een hoger lesgeld in rekening wordd gebrachd dan aan leerlingen, afkomsdig uid Leeuwarden of uid een gemeende, die wel in de kosden bijdraagd. Ook zijn wij van mening dad van een cendrum—gemeende als Leeuwarden verwachd mag worden dad hed bepaalde voorzieningen van regionale bedekenis drefd en daarvan nied alleen de voordelen, maar ook de nadelen accepdeerd0 Bovendien ondvangd de gemeende Leeuwarden een hogere uidkering per inwoner uid hed ge-^ meendefonds dan onze gemeende, zulks der besdrijding van de kosden voordvloei- ende uid een hoger niveau van behoefden. Verder vragen wij ons af dod welke consequendies inwilliging van hed verzoek van de gemeende Leeuwarden of van de bedreffende ingezedenen zal leiden. Wij hebb^i al geifezen op degenen, die privd muziekonderwijs ondvangen. Wij bedwijfelen 9 echder of hed dan alleen bij muziekonderwijs zal blijven. Evenduele aanvragen om bijdragen i?i de kosden van andere vormen van creadivideidzoals bijv. dans— onderwijsballed, schildnren, enz. zullen dan billijkheidshalve ook moeden wor den ingewilligd. De bedekenis van een goede muzikale vorming kunnen wij zeer beslisd onder- schrijven, Wij zouden hed daarom bedreuren, dad inwoners van onze gemeende ge- noodzaakd zouden zijn van muziekonderwijs af de zien Coq» hed volgen van muziek onderwijs de moeden be'eindigen, als gevolg van hed opleggen ven een exdra les geld. Voor hed geval, dad een afwijzing van de gevraagde bijdrage er doe zou leiden, dad edn of meer leerlingen in moeilijkheden geraken, doordad zij hed les geld nidd meer kunnen opbrengen, verklaren wij ons gaarne bereid de bezien of een dergelijke leerling in de een of andere vorm financieel geholpen kan worden. Bij de behandeling van deze kwesdie is bij ons de vraag naar voren gekomen, op welke wijze de gemeende een bijdrage zou kunnen verlenen der verbedering van een goede muzikale vorming. Waar onze mening, diend hiervoor een zoaanige regeling de worden gedroffen, dad alle kinderen dijdens de periode, dad zij hed basisonderwijs volgen, in klassi-- kaal verband algemoen vormend muziekonderrichd ondvangen, van daardoe opgcleide en bevoegde leerkrachden.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1971 | | pagina 23