Agendapunt13 Stiens, 15 november 19T1 Voorstel 71/151 Onderwerps bezwaarschrift M. de Boer inzake afwijzing verzoek om doorstroming. Aan de gemeenteraad. De heer M. de Boer heeft bij u een bezwaarschrift ingediend tegen oen besluit van ons college, waarbij een door hem ingediende aanvraag om een uitkering ingevolge de doorstromingsverordening ter tegemoetkoming in de verhuiskosten naar zijn nieuwe eigen woning is afgewezen. Hoewel volgens de doorstromingsverordening niet de mogelijkheid van beroep op uw raad open staat, hebben wij het bezwaarschrift in handen gesteld van de beroepscommissie, Genoemde commissie heeft ons medegedeeld, dat zij met ons college van mening is, dat de heer de Boer geen aanspraak lean maken op een uitkering ingevolge de doorstromingsverordening, omdat aan Sen van de voorwaarden van artikcl 2, 1e lid, onder a t/m f, van de verordening niet wordt voldaan. De maandelijkse lasten van de nieuwe woning liggen aanzienlijk bevon de gestelde norm van f. 250,—,, In zijn bezwaarschrift stelt de heer de Boer, dat de hoogte van de maande lijkse lasten op zijn geval niet van toepassing is, omdat hi j aanspraak maakt op een uitkering op grond van artikel 2, lid 2. In dat artikel is namelijk be- paald, dat een tegemoetkoming in de -verhuiskosten kan worden verleend als het stimulerend effect van de regeling niet kan worden gemist en indien naar het oordeel van burgemeester en wethouders toch van doorstroming overeen- komstig de doelstelling van de regeling sprake is. Ten aanzien van dit bezwaar stelt de commissie, dat zij het met de heer de Boer zeker eens is, dat er sprake is van doorstroming, als in artikel 2, 2e lid, van de verordening bedoeld. Betrokkene betrekfc een eigen woning waar— door een goede huurwoning vrLjkomt. Aan de daaraan gekoppelde voorwaarde, dat het stimulerend effect van de regeling niet kan worden gemist, wordt echter niet voldaan, omdat daarvoor door de rijksoverheid duidelijk normen zijn ge steld. Deze overheid acht namelijk een stimuleringsprernie niet meer nodig, wannoer een andere woning wordt betrokken, waarvan de huur of de maandelijkse netto-lasten hoger zijn dan f. 25O,—De gemeentelijke verordening is ge- baseerd op door het rijk verstrekte normen, zodat deze 00k in dit geval zonder meer van toepassing zijn. Bovendien toont het feit, dat adressant er bij het aangaan van zijn financielc verplichtingen zonder meer van uit is gegaan dat hij aanspraak zou kunnen maken op f. 1.250,als tegemoetkoming in de ver huiskosten, naar de mening van de commissie nog niet aan dat het stimulerend effect van de regeling voor hem niet kon worden gemist. De commissie is daarom van mening dat door ons college geen willekeurige toe passing van de verordening heeft plaats gevonden en adviseert daarom het ver zoek af te wijzen. Wei maakt de commissie van deze gelegenheid gebruik er op te wijzen, dat naar haar mening het meergenoemd bedrag van f. 25O,per maand dat reeds vanaf 1 januari 1970 geldt, veel te laag is en tenminste had moeien worden aange- past aan de sedertdien plaatsgevonden stijging van huren, c.q. bouwkosten. Wij kunnen de zienswijze van de commissie onderschrijven en stellen u voor de heer de Boer conform het advies van de oommissie te berichten.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1971 | | pagina 30