2Tr. 74/61 De raad der gemeente Leeuwarderadeel; Overuegénde dat de heer Ut Heriilga, gerechi udeurwaaidpr woncnde te Drachten, bij de Kan- tonrechter té Leeuwarden eon vordering tegèn 4c gemeente UîeùuarderadObl heéft ingesteld tôt betaling van eia bedrag van f 99?|6Ô wOgehs incacaokoatetî voor ôeh door deze deur- v/aarder door middel van één uiigevaahdigd dwahgbovel voor de gemeente U>Quwarderadeol ingevordérde schulden van de N;V* Uatersport-' on Réoreatiecentrum "Frieolanda Glohie" gevestigd ta Zuaagweateinde; dat de IT»Vt Uatercport- en Rocroatieoehtrun "Frieslands Glorie1' endaniçs hcrhaalde aanaa- ningén in gebreko is goblevon om het dcstijds bij haar in eigendomondorhoud en boheer zijnde openbare pad langa de Dokkumer lis té kerstellen en in begaanbare ctaat te malcen; dat deze werlczaamheden toen op grond van art, 152 van de geneentowat zijn uitgevoerd van- woge de gemeente op lcosten van de nalatige cigenaresj dat ingevolge art. 155 van de gemeentewet de door de gemeente gemaakte lcosten bij duang— bevel kunnen worden ingevorderd, hetuelk op kosten van de schuldenaar by deuruaarders- exploit \70rdt betekend en tenuitvoer gelegd op de vnjze bij he't' Uotbosk van Burgerlijke Rechtsvordering ten aanzien van vonnissen en authentieke akten is voorgeschreven; dat de heer !I. Heringa voomoemd, in zijn la/alitait als gerecht sdaurwaarderdan 00k go on enkel recht kan doen gelden op de donr hem geëiste incassokosten; Gelet op het rechtskundig advies van de heer Ilr, B,P, van der Vecn, advocaat en procureur te Leeuwarden dd. 12 april 1974> Gezien het vooratel van burgemeestor en wethoudcrs van 16 april 1974-5 B e s 1 u i t: tôt verueer in rechte tegen de door de heer M. Heringa voomoemd bij de Kantonrechter te Leeuwarden tegen de gemeente Leeuwarderadeel ingestelde vordering, zowe1 in eerste aan- leg als zo nodig in hoger beroop en cassatie, Aldus vastgasteld door de r&ad Vûomoend in sijs, ppenb^re v^rgadering van 25 april 1974 de sec^etaris cba vooraitter

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1974 | | pagina 71