Agendapunt
Voorstel 74
Qnderwerp: Stienc, 22 april 1974
Salari smaatregelen
per 1 april 1974
Aan
de gemeenteraad
In verband met de onlangs door het Kabinet, met gebruikmaking van de Machtigingswet
inkomensvorming en bescherming werkgelegenheid 1974 (Staatsblad no. 1genomen beslis—
singen ten aanzien van de arbeidsvooruaarden voor particulière werknemers, zullen
voor het overheihpersoneel in het kader van het trendbeleid per 1 april 1974 de vol-
gende salarismaatregelen worden getroffen;
1e. een verhoging van de krachtens de Ilachtigingswet verleende toeslag van 30,
tôt f 45,Per maand (welk bedrag ook thans niet in de salarisbedragen wordt
verwerkt
2e. een algemene salarisverhoging van 3$ met een minimum van f 37,50 per maand.
De naast de salarissen verleende toeslag wordt per 1 april 1974 voor degenen van
21 jaar en ouder verhoogd van f 30,tôt f 45,Per maand en voor de overigen
als volgt:
20 jaar: verhoogd van 27,— tôt 40,50 per maand
19 jaar - 24,- 36,
13 jaar -21,— -31,50
17 jaar - 13,27, 1
16 jaar - 15,- - 22,50
15 jaar - 12,- 1o,
Voor degenen die een deel-betrekking bekleden geldt een evenredig gedeelte van voor-
noemde bedragen.
-Voor be 1 anghebbenden met een nevenbetreldcing, niet zijnde een deelbetrekking, moet
de toeslag per 1 april 1974 worden gesteld op 2,3fo van het salaris met een maximum
van 45,— per maand, respectievelijlc een van de andere genoemde bedragen, met dien
verstande, dat voor een dergelijke betrekking geen aanspraak op de toeslag bestaat,
indien belanghebbende tevenn een overheidsbetrekking met een volledige dagtaak ver
vult.
De regeling tôt tegemoetkoming in reis- en pensionkosten aan ongehuwd burgerlijk rijks-
personeel, luidt in verband met bovenbedoelde verhoging van de salarisbedragen per
1 april 1974 alsvolgt:
Bij een wedde van: Tegemoetkoming:
lager dan f 1.050,f 1^5,
f 1.050,of hoger, maar lager dan f 1.094,- 100,
1.094,of hoger, maar lager dan - 1.137,- 75
f 1.137,^germaar lager dan - 1.131, - 50,
f 1.181,of hoger, maar lager dan - 1.224,- 25,
f 1.224,of hoger nihil
Het grensbedrag voor het verkrijgen van het ambtenaarschap in de zin van de Algemene
Burgerlijke Pensioenvxet wordt gerekend van 1 april 1974 af verhoogd van 3-5 ,5
tôt f 3.734,
Het bedrag van de franchise, bedoeld in het Verhaalsbesluit Algemene Burgerlijke
Pensioenwet wordt gerekend van 1 april 1974 af verhoogd van f 11-220,— per jaar
935. per maand) tôt f 11.640,— per jaar 970,— per maand)
ICrachtens het bepaalde in het zevende lid van de artikelen 31a van het Algemeen Rijks-
ambtanarenreglement en 29a van het Arbeidsovereenkomstenbesluitdienen het bedrag
van de "vloer1' in de vacantie-uitkering en het bedrag per kind, waarvoor volledige
kindertoelage wordt genoten, jaarlijks per 1 mei te worden herzien oveyeenkomstig
de sedert 1 mei van het voorafgaande jaar aangebrachte algemene wyzigingen in de
salarissen ingevolge het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1943.