- 2 - E, Aanwezig zijn de.ledeni de_de er. Bakker-Fijlsira, T.. de Boer-Dankert en G. Nicoladj- Bultsma en de hcren J. Bak, Beekspna, J. Dam, J. Kamminga en P. Tulner alsmede de wet- houders raw. P. Stolèe-van de-. Meulen en de heer P. Soepboer. De voorzitter verontschuldift de heer T. Kuipers die vanwege familie omstandigheden ni et aanwezig kan zijn. Voorzitter: H. Boschma, burgemeester Secretaxis: J.P. v.d. Kooi, gemeentesecretaris Nadat de voorzitter de loden van de raad en de aanwezigen op de publieke tribune harte- lijk welkom heeft geheten, opent hij de Vergadering. 1. Vaststelling van de notulen van de raadsvergadering van 25 april 1974. De heer Baie merkt op dat bij punt 11 staat vermeld dat de heer Dam heeft gezegd: hij vràagt om de raad tùssentijds omtrent deze zaak te informeren, en merkt verder op dat zi; fraktie zich afvraagt of na do eerste uitspraak nog wel verder moet worden 'gëgaan. Volgens hem heeft hij dit gezegd. i De voorzitter zegt dat het wel mogelijk is dat zowel de heer Bak als de heer Dam dit hebben gezegd en dat dit in de notulen zal worden veranderd in: De heren Bak en Dam vragen om de raad tùssentijds omtrent deze zaak te informeren, en zij merken verder op dat hun frakties zich afvragen of na de eerste uitspraak nog wel verder moet worden gegaan. Zonder hoofdelijke stemming worden de notulen voor het overige vastgesteld, zoals in concept aan de leden van de raad toegezonden. 2. Ingekomen stukken en mededelingen (74/64) De heer Dam zegt dat bij de ingekomen stukken een brief ligt van G. S. over de begro- ting van de sporthal. Hierin wordt een bedrag genoemd van f 250.000,hetwelk de sporthal meer zal gaan kosten. Hij vraagt de voorzitter om hier uitleg over te geven. De heBr Dam merkt verder op dat zijn fraktie het betreurt, dat bij het référendum slechts één vraag werd gesteld vooral 00k omdat reeds eerder een référendum is gehouden waar- bij de bevolking zich uitsprak voor een zelfstandig voortbestaan van de gemeente. Bij deze ene vraag qpreekt de bevolking zich uit voor het niet samen willen gaan met Ferwerderadeel terwijl zij misschien denken dat ze aïs de gemeente moet worden opgehe- ven dan liever samen gaan met Leeuwarden. Dit blijkt nu niet uit het référendum. De heer Kamminga merkt op over punt 7, behelzende het garanderen van hypothécaire geldleningen voor nieuw te bouwen woningen, dat men om hiervoor in aanmerking te komen aam bepaalde normen moet voldoen. Hij zou wel graag willen weten welke deze normen zijn, want. het valt hem op dat nagenoeg iedereen voor deze regeling in aanmerkirg komt. Verder zou hij graag willen weten wat er gebeurt wanneer een koper niet meer kan voldoen aan zijn financiële verplichtingen. Wat zijn in een dergelijk geval de gevolgen voor de betrokkene en voor de gemeente. Mevr. de Boer merkt op dat er nog steedsggen goedgekeurd bestemmingsplan is voor het buitengebied. Zij vraagt of het misschien gemakkelijk is als dit er niet is of dat er aan wordt ge- werktIndien er aan gewerkt wordt vraagt zij wanneer dit dan klaar kan zijn. De heer Dam merkt nog op dat uit de brief van het Ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening is gbleken dat de ter inzage legging van dit bestemmingsplan op het gemeentehuis niet juist is gbeurd. Dit zou inhouden dat als G.S. dit bestemmings plan zouden hebben goedgekeurd de Kroon het alsnog zou afkeuren» Hij vraagt of dit een juiste conclusie is. De voorzitter zegt dat de heer Dam het heeft over de meerkosten van f 250.000,maar dit is niet juist. Hij wijst erop dat de kosten voor de toegangsweg,die kunnen worden

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1974 | | pagina 2