- 7 - verder mee akkoord gaan dat de tdefoon thuis ni et door de gemeente uordt vergoed. De voorzitter zegt dat voor zover hij het heeft beluisterd iedereen hefc eens is met het voorstel van burgemeester en yethouders. Hij is het njët de heer Kamminga eens dat deze kuestie reeds herhaalde mal en in de raad is geueest. Zouel bij het kollege alsook bij de frakties leeft de gedachte dat de telefoon aan school akkoord is. Men kan eventueel de keuze laten verdient de school de voorkeur. Het levert volgens spreker, v/el moeilijkheden op om het personeel te laten lciezen, zoals mevr. de Boer prefereert, omdd bij het stichten van een school nog geen personeel aanwezig is. Zo is het ook gegaan bij de Jan Ligthartkoalle omdat ook daar nog geen personeel uas. Toen is het hoofd gevraagd. Het hoofd van de lias ter Hoogeveenskoalle heeft altijd gezegd uanneer iemand hem moet hebben dan bétfc hij maar buitnn schooltijd omdat hij op school rustig les wil kunnen geven. De opvoedende kant is door mevr..Nicolaij naar voren gebraht, alhoewel het hoofd van de Master Hoogeveenskoalle hier ueer het bezuaar in ziet dat dan de leerlingen steeds de lclas moeten uitlopen. In grote lijnen kan uorden gesteld dat iedereen achter het voorstel staat •van burge- meester en vjethouders. De keuze zal aan de scholen uorden gelaten. Er staat duide- lijk in telefoon aan school naar het besluit van de raad. Wil het hoofd dan tevens thuis telefoon dan zal hij dit zelf moeten bekostigen. Mevr. de Boer vraagt de voorzitter of hij bcdoelt dat de telefoon van de Master Hoo geveenskoalle ook aan school lcomt ondanks de bezuaren van het hoofd» De voorzitter antwoordt hierop dd het inderdaad de bedoeling is om de telefoon op school te plaatsen omdat dit ook door de raad zo uordt gesteld. Er zal ann het hoofd van de Master Hoogeveenskoalle uorden medegedeeld dat de telefoon op school zal uor den aangesloten. Deze regel zal moeten uorden aangefaouden. Er zal een datum gesteld moeten uorden uan- neer deze omschakeling zal plaatsvinden, Zonder hoofdelijlce stemming uordt conform het voorstel van burgemeester en uethouders besloten. 12. Voorstel tôt het voorlopig vaststellen van de uerkelijlce uitgaven voor het openbaar kleuteronderuijs over het .jaar 1972 (74/74) Mevr. Nicolaij zegt dat eind mei 1974 de uitgaven voor het onderhoud van de kleuter- scholen over het jaar 1972 uorden vastgesteld. Zij vraagt zich af of dit nu komt door- dat het Rijk niet eerder de gelden bcschikbaar heeft gesteld, of dat dit ligt aan de gemeente. De kosten van onderhoud moeten toch na een half jaar uel bekend zijn. Dan zou nml. vôôr 31 december van het volgende jaar de vaststelling wi het bedrag en het verschil met de verleende voorschotten kunnen plaatsvinden. Dan ontvangt men de vergoeding tenminste naar de vrerlcelijke kosten over het voorgaan- de kalenderjaar. Verder blijlct dat er ook nu ueer tvjee keer zoveel geldt voor onderhoud enz. is uitgegeven dan als vergoeding uordt ontvangen. ïïu is er al jarenlang kritiek uitgeoefend op het, bestaande systeem uaardoor er steeds een groter verschil ontstaat tussen grote en kleine gemeenten. Haar fraktie heeft aile hoop dat nu burgemeester Posthuma van Opsterland in de Leeuuarder commissie is gekomen verbetering zal uorden gebracht in de vergoeding voor het kleuter- en lager onderuijs. De voorzitter zegt dat uat betreft het punt van het op tijd vaststellen van de bedra- gen geuacht uordt op de circulaire von het Rijk uaarin de bedragen van de vergoeding uorden genoemd. Verder merkt de voorzitter op dat er eoveel mogelijk medeuerking uordt verleend aan de kleuterscholen vfanneer gemerkt xjordt dat er verschillen zijn, o.a. door het verstrelc- ken van voorschotten. Dit omdat de afrekening geuoon te lang duurt. Als men ziet hoe- ver men achter is met het vaststellen van dé basisbedragen over de laatste jaren dan zou je er bang van uorden. Na de voorlopig vastgestelde normen xvordt overgegaan tôt j

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1974 | | pagina 7