Agendapunt 12
Voorstel 74/
OnderwerpStiens, 22 juli 1974
Voorschot extra vergoeding
b^jzonder lager onderwijs
Aan
de gemeenteraad
Bii uw tes luit van 30 mei 1974 wsrden ter voldoening aan het bepaalde "bij art. 55 ter,
tweede lid van de Lager Ondervnjswet 1920, de kosten van het openbaar lager onderwijs
over het tijdvak 1968 t/m 1972 voorlopig vastgesteld, alsmede de voor het openbaar
lager onderwijs, over die jaren beschikbaar gestelde bedragen, terwijl het bedrag van
de overschrijding van de kosten van het openbaar lager onderwijs, over die période,
voorlopig werd vastgesteld op f 58,29 peer leerling.
ITa de sluiting van de gemeenterekening over het laatste jaar van de 5 jarige période,
in casu dus 1972, stelt de gemeenteraad, vorenbedoelde bedragen in overeenstemming
met de in de gemeente—rekening opgenomen uitgaven,definitief vast, indien de voorlo—
pige vaststelling wijziging moet ondergaan.
Ie dit laatste niet het geval dan wordt door het besluit van Gedeputeerde Staten de
voorlopige vaststelling definitief. Dit zal vermoedelijk in het jaar 1975 plaat* vindon.
V66r 1 december van het jaar, volgend op dat, waarin de definitieve vaststelling heeft
plaats gehad, bepaàt de gemeBnteraad het bedrag van de extra vergoeding, dat aan de
besturen van de bijzondere scholen op grond van vorenbedoelde overschrijding van de
kosten van het openbaar lager onderwijs, nog toekomt.
Deze extra vergoeding is gelijk aan het produkt van het bedrag der overschrijding - in oasu
f 58,29 per leerling - en het gemiddeld aantal leerlingen, dat gedurende bedoeld vijf-
jarig tijdvak de bijzondere school heeft bezocht.
De vaststelling van het bedrag van de extra vergoeding zal dus vermoedelijk in 1976 kunnen
pl aat s vindenj-
Ingevolge art. 103, 6e lid van de Lager Onderw'jswet 1920 kan de gemeenteraad, in afwach-
ting van de definitieve vaststelling, aan de schoolbesturen een voorschot verlenen, op
de extra vergoeding, belopende een bedrag gelijk aan het voorlopig vastgestelde bedrag der
overschrijding en het gemiddeld aantal leerlingen, dat gedorende genoemd vijf jarig tijdvak
de school bezocht.
Van de besturen van de beide bijzondere scholen in deze gemeente is een verzoek ingekomen,
om voor een voorschot in aanmerking te mogen komen.
Het gemiddeld aantal leerlingen van de bijzondere lagere school te Stiens bedroeg over het
vijf jarig tijdvak 1968 t/m 1972 139 13/15 en van de bijzondere lagere school te Britsum
68 11/15, zodat het voorschot op de extra vergoeding kan bedragen, wat de school te Stiens
betreft 139 13/15 x f 58,29 f 8.152,83 en wat de school te Britsum aangaat 68 11/15 x
58,29 4.006,47.
Wij stellen u voor daartoe te besluiten, waarvoor een ontwerp ter vaststelling hierbij gaat.
Burgemeester en wethouders van Leeuwarderadeel
de secretaris de burgemeester
J.P. VAN DER KOHI. P„ S0EPB0ER.
at/K0