- 8 - De heer de Haan merkt op dat zaterdag het rapport van de Commissie Mazura nog ter in- zage is gelegd voor de raadsleden en dat dit rapport niet bestudeerd kon worden. Hier moeten 2 rapporten tegen elkaar worden afgewogen. Het lijkt hem logisch dat men hier op zo'n korte termijn geen standpunt uit kan halen. Daamaast is hij wel in de gelegenheid geweest om van beide stukken kennis te nomen en zijn standpunt is dat er geen adhesie betuigd moet worden aan plan D. De voorzitter is van mening dat niet het gehele rapport Mazura behoeft te worden verhan- deld in de raad omdat hier meerdere gedeelten van de VJaddenzee in behandeld worden. Het rapport van het Landbouwschap haalt juist die zaken eruit die betrekking hebben op de inpoldering van een gedeelte Waddenzee aan de noordkant van Friesland, Het rapport Mazura behoefde dus niet helemaal gelezen te worden. Mevr. 5tolte-v.d.Meulen vraagt of de adhesie betuiging niet 1 maand kan worden uitge- steld omdat zij het standpunt van de leden die dit rapport nog niet hebben gelezen wel kan begrijpen. De voorzitter antwoordt hierop dat het de vraag is of ieder voorstel waarvoor een raads- lid niet de tijd heeft gehad om het te bekijkenV moet worden aitgesteld. Mevr., de Boer-Dankert zegt dat hoewel ze de beide rapporten niet geweldig goed heeft gelezen, ze de strekking toch wel ongeveer kent. Zij sluit zich aan bij de woordeh van mevr, Nicolaij en haar fraktie staat achter het rapport van het Landbouwschap. De voorzittûr antwoordt op de vraag von mevr. Stolte dat hij niet Weet hoeveel tijd er nog beechikbaar is. Wel weet hij dat men op hoog niveau hier op korte termijneen besl'is- sing over wil nomen. In de regioraad is het etuk daarOm ook met spoéd behandeld. Men wil daar een volgende regioraad niet afwachten omdat men niet de kans wilde lopen' dat de invloed van deze raad vèrloren zou gaan. Hij meent dat het verstandig is om nu de stem uit te brëngen want bij uitstel loopt mon de kans dat het te laat is. De heer de Haan zegt dat hij Zijn conclusle om1 geen adhesie te betui'gen nog wel everi'wil tcëlichten gezien wat mevr. Nicolaij naar voren hracht' omtrent het: rapport Vari het Landbouwschap. Dit betreft o.a. de ontwikkolingssamenWerking die gerioemd wordt in dat rapport en de wereldvoedselsituatie. ffij zegt dat men niet moet- denken dat met; 2800 ha.- iet's kan- worderi"; gedaan- aah de wereld voedselsituatie. Wanneer men dijken wil bouwen kunnen deze beter in Bangla Desh worden gebouwd. Van de pootaarrlappelen zou hij wil 1 en zcggen dat deze hier verbouwd worden om te kuhhen expor- tferen naar de warmere landen om er dssà? vroegô aârdappelen raee te kwekehé Dit aileen maar om" dè consument in West—Europa te helpen aan vroege aardappelerii -Hij vindt dit een dus- danige luxe, - waarbij tweë rnaal moet: worden ge'éxporteeerd, terwijl- die landaft'-ook nog deviezen moeten uitgeven -, dat hij dit een kwalijk vôorheeld vindt van ohtwikkelings- aamenwerking. In de tekst wordt dit geKôerad een kl as si ek voorbceld van werkelijke ont- wikkelingssamenwerking maar hij zou dit eerder een werkelijk vôorheeld van klassieke ont- wikkelingssamenwerking willen noemen, Verder wordt er' gesôhermd met onde dijkwerkers die aan.de landaanwinning hebben gewerkrt: en dàt het' jammer" zou zijri om dit land aan de zee-prijs1 te geven, maar dit vindt hij op zich -een emotioneel standpunt dat hier niet past. Wat de veiligheid betreft,als dez'ë werkelijk zo belangrijk is - en op zich vindt hij dit ook een belangrijk punt - dan- zou hij zeggen dat er zo snel mogelijk'een dijk op de hestaande dijk gelegd moet worden vol'gen# de Deltawet. En dat plan A zo shelmogelijk moet worden uitgevoerd. Dan zijn we echt veilig bezig en het kost minder.' De heer Paber vraagt- zich af of de politieke partijen die Ettrgeaeèster oh wethouders vertegenwoordigen hierover al eens een uitepraak hebben gedaan. Hij zegt te menen dat deze kwestie zelfs nog niet in de Staten is geweest. Zijn partij heeft hierover ook nog geen uitsprank gedaan en daarom durft hij het niet zomaar aan om hier een beslissing te nemen. Ook vindt bij dat men niet voldoende in de gelegenheid is geweest om deze zaak te bestu- deren. Hij vindt het een kunstenaarsstuk van de raadsleden die er wel in gesla-agd zijn

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1974 | | pagina 15