- 2 -
Vooraf heeft hij bij de leden geinformeerd of deze de eed of de belofte wilden afleggen. Hij
acht het niet raadzaam om bij iedereen afzonderlijk de verklaring voor te lezen en stelt
dan ook voor om één keer de formules voor te lezen, om daarna iedereen appart de eed of
de belofte af te nemen.
De voorzitter gaat nu over tôt de beëdiging.
De zuiveringseed wordt afgelcgd door:
mevr. G. Nicolaij—Bultsma en de heren J. Bak, S. Jansma, P. Tulner en P. Soepboer.
De zuiverings-verklaringsbelofte wordt gedaan door:
de dames T. de Boer-Dankert en P. Stolte-v.d. Meulen en de heren J.Dam, W.A. Derksen,
0.Faber, P. de Haan, J. Kamminga en W. Visser.
Hierna wordt de ambtseed afgelegd door:
mevr. G. Nicolaij—Bultsma en de heren J. Bak, S. Jansma, P. Tulner en P. Soepboer.
De ambtsbelofte wordt afgelegd door:
de dames T. de Boer—Dankert en P. Stolte—v.d.Meulen en de heren J. Dam, W.A. Derksen,
0. Faber, P. de Haan, J. Kamminga en W. Visser.
Na het tekenen van de presentielijst stelt de voorzitter punt 2 aan de orde, de benoeming
van de wethouders.
De heer Dam stelt namens zijn fraktie mevr. P. Stolte—v,d.Meulen kandidaat voor de fun^ctie
van wethouder.
De heer Tulner stelt namens zijn fraktie de heer P. Soepboer kandidaat.
De uitslag van de stemming luid als volgt:
Op mevr. F.Stolte-v.d.Meulen en de heer P. Soepboer worden elk 12 stemmen uitgebracht en
op de heer P. de Haan 1 stem, terwijl op één stembrief je maar één naam is vermeld, zodat
benoemd zijn tôt wethouders mevr. P. Stolte—v.d.Meulen en de heer P. Soepboer. De beide
kandidaten verklaren de benoeming aan te nemen.
De voorzitter schorst daarna de vergadering om met de wethouders in konklaaf te gaan over
het loco-burgemeesterschap.
Na heropening van de vergadering deelt de voorzitter mede dat de heer P. Soepboer weer is
aangewezen als loco—burgemeester.
3, Aanwijzing van do zitplaatsen van de leden van de raad.
De voorzitter zegt dat de leden van de P. v.d.Aîfraktie aan de linker kant dienen te
zitten omdat mevr. Stolte-v.d.Meulen aan de linkerkant van de voorzitter zit. De leden
van de C.D.A.-fraktie dienen aan de rechterkant te zitten, dus aan de kant van de heer
Soepboer. De leden van deze frakties kunnen verder zelf bepalen waar ze gaan zitten.
De verdere aanwijzing geschiedt door de voorzitter.Hij verzoekt de twee leden van de
V.V.D.—fraktie plaats te nemen aan de kant van de C.D,A. en de eenmansfraktie van de
F.H.P. aan de kant van de P.v.d.A.
Nadat de zitplaatsen zijn aangewezen en ingenomen riaht de voorzitter zich tôt de raad.
Hij zegt het een eer te vinden wanneer men voor de bevolking de geraeente mag besturen
althans zo heeft hij dit vroeger persoonlijk ervaren. Het pad gaat niet altijd over rozen»
Tôt de heer Derksen zegt spreker te hopen dat deze een grote steun zal zijn voor mevr.
de Boer—Dankert. Persoonlijk kent hij de heer Derksen nog niet zo goed maar hij hoopt dat
door de raad ech nauwer kontakt zal ontstaan. Hij hoopt dat de heer Derksen zijn plaats
zal vinden temidden van de andere raadsleden.
Tôt de heer Faber zegt de voorzitter dat hij bij het afscheid van de heer Beeksma heeft
gezegd dat diens opvolger het moeilijk zal krijgen als partijman, omdat Beeksma dit was
in hart en nieren.
Hij hoopt, wanneer de kwestie van de ruilverkaveling in de gemeente gaat spelen, en an
dere zaken betreffende de landbouw, dat men dan raad in kan winnen bij de heer Faber.
Tôt de heer f-e Haan zegt de voorzitter dat ook deze nieuw in de raad is. De heer de Haan
is nog maar kort ingezetene van de gemeente al is hij niet onbekend, vanwege zijn aktivi—
teiten in Stiens.