- 15 -
De voprzitter leest de motie voor zoals deze dan zal luiden; "De raad van Leeuviaxdera-
deel in vergâdering bijeen op 26 september 1974 dringt er bij de regering op aan vcor het
dijkvak Zwarte Haan-Iiolwerd zo snel mogelijk te zorgen voor een veilige zeewering op del--
tahoogte op welke plaats dan ook".
De voorzitter zegt dat dit voorstel hem als kollegelid te ver gaat omaat het koilege
met een voorstel is gekomen om een duidelijlce voorkeur uit te spreken voor een trace
en dat was tracé plan D.
De heer de Haan merkt op dat er sprake is van 4 plannen volgens het Landbouwschap en
vol gens Masure." Inmiddels is echter bekend dat bij Rijkswaterstaat aan die mogelijke ancle--
ro tracées wordt gedokterd. Daarom wil zijn fraktie in de motie nie¥°een van die vier
de voorkeur uitspreken omdat daarover nog geen zelcerheid bestaat.
De voorzitter zegt dat met deze motie niets wordt verklaard buiten het fraktiestandpuut
van de"pTv7dTÂ. ."al er een motie in deze vorm bij de regering ingediend worden dan moet daa
vermeld worden dat de dijk"«rerhoging dient plaats te vinden volgens plan D. Dit gesien
de uitspraalc de raad. hij adviseert deze motie in te trekken of in stemming te bran--
gen met de waarschijnlijlcheid dat de vergâdering door enn aantal andere raadsleden zal
worden verlaten.
De heer Dam zegt daarna dat zijn fraktie heeft besloten om de motie in te trekken.
11. Joorstel m.b.to de aankoop van een Containerschool t.b. v. de uitbreiding van de Juxfer
Akkeskoalle.
Iievr. Nicolaij zegt dat zij niet weet wat leasing betelcent.
De secretaris verlclaart dat het ongeveer hetzelfde betelcent als huurkoop.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen zoals het door burgemeester
en itfethouders werd voorgesteld.
9. Begrotingswij zi gingen
Zonder discussie en sonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel
van burgemeester en wethouders.
Aldus vastgesteld door
LeeuwarderaçLeel in zijn
(H. Boschma)
de raad der gemeentc
openbare-veiegadering
van 31 olctobe:
de secretaris
van 31 olctober 1974.
'."P. van der ICooi)