- 4 -
Mevr. de Boer zegt hier weinig over te kunnen zeggen. Haar fraktie sluit zich bij de
mening van de deskundigen aan en is daarom voor het steunen van de motie van Idaarde
radeel.
De heer de Haan zegt, dat de argumenten die in de motie van de raad van Idaarderadeel
worden aangedragen, voor hem niet overtuigend zijn. Mijn vraag is bijvoorbeeld of de
betrokkenheid bij de natuur en de studie van de natuur alleen maar kan ontstaan als
het rapen van kieviteieren mogelijk is tôt 12 april. Zijns inziens is het in onze tijd
van moderne bedrijfsvoering in de landbouw niet meer te permiteren de kieviten te
dwingen het begin van de broedcyclus met drie weken uit te stellen. Verder zijn de
hoge veebezettingen por perceel debet aan legeelverliezen van 80 tôt 100$ bij de weide
vogels, doordat de eieren worden vertrapt.
Hij wijst erop, dat Friesland sedert 1957 een uitzondering maakt, voor wat betreft het
eierzoekseizoen, Zijns inziens is het gewenst, dat weer naar één landelijke sluitings-
datum wordt gestreefd. Hij vervolgt zijn betoog als volgt: Ook in Friesland is ondanks
die nazorg elk jaar weer sprake van een teruggang van de weidevogelstand.
Dat Friesland zelf wel kan uitmaken wat goed is voor haar weidevogels lijkt mij juist.
Friesland zou daarom naar mijn mening het voorbeeld moeten geven door het rapen van die
eieren per f-oril te stoppen. Juist in het belang van de weidevogels!
De heer Faber stelt voor de motie van Idaarderadeel te ondersteunen.
Wethouder Soepboer zegt, dat hij het voorstel van de heer Faber graag wil onderschrij-
ven.
Onder aantekening, dat de heer de Haan wil worden geacht te hebben tegen gestcmd, wordt
zonder hoofdelijke stemming besloten van de motie van Idaarderadeel adhesie te betuigen.
M.u.v. de hiervoor uitvoerig behandelde punten 6 en 9» worden aile andere ingekomen
stukken en mededelingen, conform het voorstel van burgemeester en wethouders, voor
kennisgeving aangenomen.
4. Voorstel tôt wijziging van de vergoedingsregeling voor het gebruik van de eigen auto
binnen de gemeente voor de burgemeester (75/24)
De heer de Haan zegt, dat zijn fraktie haar in 1972 uitgesproken standpunt niet heeft
gewijrigd. Hij ziet graag, dat dit opnieuw ter kennis van Gedeputeerde Staten wordt
gebracht
De heer Bak deelt mede, dat zijn fraktie noodgedwongen voor dit voorstel is. Ook zijn
fraktie staat nog op het standpunt van 1972. Verder merlct hij op, dat het kenbaar maken
van een afwijkende mening kennelijk weinig uithaalt, gezien het voorstel dat er nu weer
ligt.
Ook de heer Derksen zegt, dat zijn fraktie voor één tarief is.
Wethouder Soepboer recapituleertdat er geen nieuwe elementen naar voren zijn gebracht
en stelt daarom voor met dit voorstel in te stemmen.
De heer Derksen vraagt of het wel juist is om met een voorstel in te stemmen, terwijl
je er op tegen bent.
Hij vraagt zich afof er geen voorwaarden kunnen worden gesteld.
Wethouder Soepboer stelt hierop voor, onder protest met dit voorstel in te stemmen.
Hiertoe wordt zonder hoofdelijke stemming besloten.
5. Benoeming van een lid in de kommissie georganiseerd overleg in ambtenarenzaken (75/25)
Door de heer Dam wordt de heer de Haan kandidaat gesteld.