Agendapunt D Voorstel 75/4^ OnderuerpSt i ensV mrt. iQ7ç Salarismaatregelen - '3 per 1 januari 1975* Aan de gemeenteraad. Bij circulaire van 24 januari 1975 heeft de minister van Binnenlandse Zalcen aan de gemeentebesturen medegedeeld, dat het ICabinet ten aanzien van het burgerlijk rijksper- soneel, in het leader van het trendbeleid, tôt de volgende maatregelen per 1 januari 1975 heeft besloten: 1e. een algemene salarisverhoging met een tueeledig lcarakter, bestaande uit een ver hoging van 3,25,o met een minimum van f 43,33 per maand, alsmede een verhoging van 0,75/J vermeerderd met een - voor ieder gelijk - bedrag van 10,per maand. 2e. vocrlopige handhaving van de afzonderlijlce toeslag ingevolge de zgn. Hachtigings- wet ad 45,per maand. 3e. verhoging van het minimum-vacantieverlof met één dag. 4e. verhoging van de kortingsbedragen wegens voorzieningen in een dienstuoning (ver- uarming, gas, electriciteit en uater) Wat betreft het tvjeeledig karakter van de salarisverhoging merkt de beuindsman het volgende op. De verhoging van 3.25Jo (met een minimum van 43,33 per maand) is gebaseerd op de gemiddelde loonsverhogingen uegens prijsstijging, v/elke omstreelcs het begin van dit jaar uerden toegekend in de voor de trend relevante bodrijfstakken. De nadere verhoging (gelijktijdig en cumulatief met eerstbedoelde verhoging) van 0.75/i vermeerderd met 10,per maand, betreft een voorschot in verband met loonsverhogingen voor de particulière uerlcnemers aan het begin van de nieuwe con- traetperiode. De minister geeft in zijn vo-renaangehaalde circulaire aan de gemesntebesturen in overvjeging, soortgelijke maatregelen voor het gemeentepersoneel te treffen. Voorts hebben vrij van de gelegenheid gebruik ^emaakt om u voor te stellen, nog de na- volgende vrijzigingen in de Bezoldigingsverordening aan te brengen: 1. het minimum en het maximum van de rijuieltoelagen als bedoeld in art. 13 vjorden verhoogd van respectievelijk f 42,50" en 125,"tôt "f 50,en"/ 150, 2. het minimum en het maximum van de kledingtoelagen als bedoeld in art. 13a uorden verhoogd van respectievelijk 108,en 120,tôt 130,en 145, 3. de beloning van de ambtenaar van de burgerlijke stand ,belast met het voltrelcken van huwelijken, niet zijnde de burgemeester of een ambtenaar, die een volledige betreldcing in dienst der gemeente bekleedt, uordt verhoogd van 15,"tôt "f 20,per voltrolcken huuelijk. 4. de toelage van 1.877,per jaar die de bode-ooncierge van het gemeentehuis ont- vangt voor uerkzaamheden tijdens avondvergaderingen, ecuden wij nader uillen vaststel- len op 40,— per avond, met uitzondering van de raadsvergadering-en en de vergaderin- gen van burgemeester en wethouders, uaarbij de vergoeding voor overwerk ingevolge het ambtenarenreglement tôt maatstaf heeft gegolden. Voor - 100 vergaderingen pœ jaar vrordt dit dus 4.000,een verhoging van ruim f 2.000,per jaar, uaarbij irij nog uillen opmerken, dat het basisbedrag van f 40, êénmaal per jaar dient te uorden aangepast a an de trendmatige salarisverhogingen en dus uaardevast is.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1975 | | pagina 35