ITadat verder nog is aangegeven, hoe de vrerkgroep de hoorzittingen en enquêtes
clenkt te organiseren, vrordt als slot nog de mededelirggedaan, dat aile onderde-
len van het voortgaand onderzoek bij voorlceur zoveel mogelijk in overleg met de
"bstrokken gemeentebesturen verricht moeten vrorden, Daarbij stelt de vrerk
groep, dat zij verantuoordelijk zal zijn voor de opzet en de organisatie van het
voortgaand onderzoek en voor de analyse en de interpretatie van de verzamelde
gegevens.
Direct na de ontvangst van het esrste deelrapport op 14 maart 1974 besloot ons
collège een gesprek met Pervrerderadeel te arrangeren en een enquete in te stellen
bij de invroners, tegelijk met de gemeenteraadsverkiezingen op 29 mei 1974.
Op 9 mei 1974 vond ten gemeentekuise alhier een bijeenkomst pinots, vraarbij een
viertal leden van de vrerkgroep en de voltallige collèges van burgemeester en
vethouders van Fervrerderadeel en onze gemeente aanwezig vraren. Dit gesprek liad
0.m. ten doel oa na te gaan, in hoeverre er een coordàniatie plants kon vinden
tussen de door de besturen van de bstreffende gemeenten in te stellen meningspei-
ling onder de bevolking over de herindelingsproblematiek en het door de werkgroep
in te stellen nader onderzoek.
De vrerkgroep stond toen nog op het standpunt, da,t een enquete bi j de inuoners van
de "randdcrpen" voldoends vras, omdat de indeling tôt één plattelandsgemeente van
de in de kern van het gebied gelegen dorpen voor haar een uitgangspunt vras-r Ora
deze reden bleek een coordinutie ni et mogelijk.
Aan het op 29 mei 1974 gehouden référendum in onze gemeente naraen 3^30 personen
van de 4690 stemgereohtigden deol, dit is 77.38/5. De vraag of het van belang vrordt
geacht, dat de gemeenten Pervrerderadeel en Leeuvrarderadeel vrorden samengevoegd
tôt één gemeente vrerd door 2980 personen (82.32/5) net 1IEEH beantvroord, door 62o
personen 17.3p) met JA, ternijl 14 personen (0.38/0 geen mening hadden.
Op G oktober 1974 vrerd door de besturen van aile verenigingen voor dorpsbelangen
aan de vrerkgroep een sclirijven gezonden, vraarbij vervrondering vrerd uitgesprolcen
dat outrent de herindeling van het gebied Leeuvrarderadeel en Pervrerderadeel reeds
een beslissing' vras genomen, tervrijl alsnog inspraak van de bevolking vrerd geëist.
lia, r aanleiding van dit schrijven vrerd door de vrerkgroep contact met de vereni
gingen van dorpsbelangen opgenomen en vrerden enkele gespreldcen gevoerd over een
in te stellen enquete.
khans hocft de voorzitter van de vrerkgroep bij schrijven van 19 februari 1975
zovrel aan burgemeester en vrethouders van Pervrerderadeel als aan ons ter kennis—
neming een aantal exemplaren van het concept-enquete-formulier met toelichting
toegezonden en daarbij verzocht eventuele cp - of aanmerkingen vôôr 3 maart 1975
ter kennis te brengen. Omdat vrij deze kwestie met u vrilden bespreken, hebben vrij
uitstel gcvraagd tôt 3 april a. s.
In afvri jking van het eerder ingenomen standpunt lieeft de vrerkgroep thans besloten
in aile dorpen van de gemeente een enquete te houden.
Uit de toelichting bij het enqueteformulier blijkt, dat de vrerkgroep er mee op
de hoogte is, dat de meeste invroners van beide gemeenten er de voorlceur a-an ge—
ven dut de beide gemeenten afzonderlijk blijven bestaan.
Vervolgens vrordt gesteld, dat echter moet vrorden onderzocht vrat de beste oplos-
sing is als Pervrerderadeel en Leeuvrarderadeel niet als tvree aparté gemeenten
Icunnen blijven bestaan.
,rij vragen ons af vrat met "de beste oplossing is!: vrordt bedoeld en vraarvoor men
nog csn enquete vrenst te houden als het grootste deel van de bevolking zich voor
landhaving van de eigen gemeente heeft uitgesprolcen. De commissie is toch al tôt
de conclusie gekomen, dat het voor de hand ligt, dat de beide gemeenten tôt één
plattelandsgemeente moeten vrorden saraengevoegd.
Volgens de toelichting zijn de vragen van de enquete er op gericht om vast te
stellen vrelke plaats in aanrnerking komt oa als toekomstige hoofdplaats van de
nieuvre gemeente te fvvngeren,
1.'ij aohten het vreinig zinvol hiernaar een onderzoek in te stellen, omdat het hij
een eventuele herindeling tôt de autonome bevoegdheid ven de nieuvre gcmeentcraad
zou behoren cm te bepalen in vrelke plaats het bestuurscentruu zal vrorden geves-
tigd. IJij kunnen ons helaas niet aan de indruk onttreldcen dat deze vragen min of