75/47
•VERORDENING OP HET KAMPEREN HT DE GEMEEUTE LEEUWARDERADEEL.
De raad van de gemeente Leeuuarderadeel
gezien het voorstel van Durgemeester en wethouders van 17 maart 1975»
gelet op artikel 168 van de gemeentewet;
Besluit:
vast te stellen de volgende verordening.
Begripsomschri jvingen
Artikel 1. Voor de toepassing van deze verordening wordt verstoan onder:
kampeerexploitatie-vergunning
een gewone kampeerexploitatievergunning als bedoeld in artikel 4 of een bijzondere kam-
peerexploitatievergunning als bedoeld in artikel 5»
karapeermiddel
een tent, een vouwwagen en een toer- of stacaravan; een woonwagen of enig ander voertuig
dat als recreatief onderkomen kan dienen, waarbij onder voertuig mede wordt begrepen een
al of niet verrijdbare tram- of spoorwagen, een autobus- of vrachtwagencarrosserie of een
ander aan zijn oorspronkelijke bestemming onttrokken middel van vervoer, dan wel gedeelten
daarvan, dat kan worden gebruikt als recreatief onderkomen en voorts aile andere onder
komen^, die geheel of ten dele, blijvend of tijdelijk bestemd, opgericht of gebezigd worden
of kunnen worden voor het voortdurend of tijdelijk recreatief verblijf van personen, voor
zover deze onderkomens geen bouwwerken zijn, waarvoor ingevolge artikel 47 van de Woning-
wet een bouwvergunning is vereist.
Niet als kampeermiddel in de zin van deze verordening worden aangemerkt vaartuigen, tenten
in gebruik voor het houden van bijeenkomsten, tentoonstellingen of voorstellingen, woonwa-
gens in de zin van de Woonwagenwet en voertuigen in gebruik als directiekeet.
kampeerplaats.
een terrein, een gebouw of een bouwsel, niet zijnde een hôtel, een pension of een woning,
door de rechthebbende tijdelijk of blijvend ter beschikking gesteld om daarop, of daarin
recreatief verblijf, nachtverblijf daaronder begrepen, te genieten.
Nederlandse Kampeerraad.
de Stichting Nederlandse Kamjeerraad te Amersfoort.
rechthebbende
degene die krachtens een zakelijk of persoonlijk recht de besclikking heeft over enig
onroerend goed.
Verbod om kampeermiddelen te plaatsen of geplaatst te hebben
Artikel 2. 1. Het is verboden een kampeermiddel te plaatsen of geplaatst te hebben in de
open lucht
2. Het verbod gesteld in het voorgaande lid, is niet van toepassing:
a. voor zover het betreft het plaatsen of geplaatst hebben van kampeermiddelen op een ter-
rein waarvan de rechthebbende houder is van een kampeerexploitatievergunning;
b. voor zover het betreft het plaatsen of geplaatst hebben van ten hoogste één tent of êên
vouwwagen of één toercaravan op de onbebouwde aanhorigheid van een woning, onverminderd het
bepaalde daaromtrent in of bij een bestemraingsplan;
c. voor zover het betreft het plaatsen of geplaatst hebben van kampeermiddelen op een ter-
rein waarvan de rechthebbende houder is van een vrijstelling als bedoeld in artikel 3,
tweede lid;