- 4 -
Artikel 8. 1. Een aanvraag van een bijzondere kampeerexploitatievergunning wordt ingediend
in 3 voud en houdt in: naam en adres van de rechthebbende en van degene die de kampeer-
plâats zal beheren.
2. Bij de aanvraag als bedoeld in het voorgaande lid moet worden overgelegd een situatie-
tekening met een kadastrale omschrijving van het terrein; op de situatietekening moet zijn
aangegeven de plaats van de bestaande gebouwen of bouwsels en de aan te brengen of te
handhaven beplanting en, voorzover van toepassing, de standplaat's/vSh' kampeermiddelen.
Tevens moet voldoende blijken welke maatregelen worden getroffen ten aanzien _van de sani
taire voorzieningen en van de afvoer van afvalwater.
Ovebleggen van verdere bescheiden.
Artikel' 9. Burgemeester en wethouders kunnen de aanvrager uitnodigen binnen twee weken
nâdere bescheiden dan die bedoeld in artikel 7 en artikel 8 over te leggen, voorzover dat
fer be'oordeling van de aanvraag nodig is.
Aanvullen van gegevens nodig voor aanvraag.
Artikel 10. 1. Indien de aanvraag of de daarbij behorende bescheiden.niet voldoen aan het
bepaalde bij de artikelen 7 en 8 wordt de aanvrager in de gelegenheld gesteld birinen ëerî
maand de aanvraag of de bescheiden aan te vullen of te verbeteren.
2. Indien de aanvrager niet voldoet aan een uitnodiging als bedoeld in artikel 9 of gêeri
gebruik maakt van de gelegenheid bedoeld in het voorgaande lid, verklaren burgemeester en
wethouders hem in de aanvraag niet ontvankelijk.
Het verlenen van een vergunning.
Artikel 11» 1. Burgemeester en wethouders stellen de Nederlandse Kampeerraad in de gelegen
heid over een aanvraag om een kampeerexploitatievergunning advies uit te brengen. """j"
2. Burgemeester en wethouders beslissen op de aanvraag van een kampeerexploitatievergun
ning binnen een maand na on'tvangst van het advie^, bedoeld in het voorgaande lid, maar in
ieder geval niet later dan drie maanden na het indienen van de aanvraag. Voorts beslissen
zij niet later dan drie maanden na het overleggen van andere bescheiden, indien artikel 9
is toegepast of na het aanvullen dan wel verbeteren van de aanvraag of van de bescheiden,
indien artikel 10, eerste. lid is toegepast.
3. Burgemeester en wethouders kunnen hun beslissing op een aanvraag om een kampeerexploi
tatievergunning éénmaal voor ten hoogste drie maanden verdagen. Van een besluit tôt ver-
daging doen zij vôôr afloop van d.o in het voorgaande lid genoemde termijn van drie maanden
schriftelijk mededeling aan de aanvrager.
4. Afschriften van verleende kampeerexploitatievergunningen worden gezonden aan de
Nederlandse Kampeerraad.
lie aan een vergunning te verbinden voorschriften.
Aitikel 12. 1. Aan een kampeerexploitatievergunning kunnen voorschriften worden verbonden
in het belang van de openbare orde, de gezondheid, de veiligheid en de. welstand, alsmede,
voor zover de in artikel 2 zèsde. lid genoemde verordeningen of het krachtens die verorde-
ningen bepaalde daarin niet voorzien, in het belang van het natuur- en-landschapsbeheer en
de milieuhygiëne.
2. Burgemeester en wethouders kunnen de vergunninghouder gehoord, de aan de k^pserexploi -
tatievergunning verbonden voorschriften wijzigen of aanvullen, dan wel aan 'een verganning
alsnog voorschriften. verbinden,. Zij stellen de Nederlandse Kampeerraad in de gelegenheid
over de voorgenomen wijziging of aanvullihg advies uit te brengen.
3. Bij de kampeerexploitatievergunning wordt een gewaarmerkt exemplaar van de op de vergun
ning betrekking hebbende tekeningen en andere bescheiden, waarnaar in de vergunning wordt
verwezen, eventueel eveneens gewaarmerkte afschriften daarvan gevoegd.
-