Agendapunt 12
Voorstel 75/50
Oïderwerp: S t i e n-s, 20 niaart '19T5*1
wijziging plan verbetering
Marteïiàwei, inklusief vaart-
dempingé
Aan
de gemeenteraad.
-In uw vergadering van 19 december j.l. werd ons voorstel inzake de verbetering
van de Martenawei, inklusief de demping van de aangrenzende vaart en de aan-
leg van riolering behandeld.1
- Vtcxr f.h r/.-vj-.; fi _t,
Volgens het plan, dat daarbij ter inzage lag, zou de afscheiding tussen de nieu-
we weg en de aangrenzende landerijen aan de westzijde bestaan uit een hekwerk.
Voor deze afscheiding was gekozen naar aanleiding van een eerder geuite wens
door de vereniging van dorpsbelangen Cornjum/jelsum.
Tijdens de behandeling van het voorstel werd door enkele van uw leden een vrij
sterke aandrang uitgeoefend om de vaart geheel ;of gedeeltelîjk te> handhaven,
zulks in verband met het karakteristieke dat deze vaart aan het dorp Comjum
geeft
r,. Ook werd, in de diqkussie betrokken een brief van een aantal omwonenden om het
plan zodanig uit te voeren, dat het uitzicht naar het westen niet door hoge
hekwerken en beplantingen wordt belemmerd.
Na een uitvoerige diskussio werd uiteindelijk ons voorstel om het plan uit te
voeren zoals dit ter inzage was gelegd, dus met als afscheiding een hekwerk,
zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
Na deze beslissing werd - zoals in dergelijke gevallen gebruikelijk is - met
de gebruikers van de aangrenzende landerijen contact opgenomen om bepaalde
technische détails inzake de nieuwe waterlossingen, cammen enz. te regelen.
Daarbij bleelc echter, dat aile gebruikers ernstige bezwaren hebben tegen een
hek als afscheiding en duidelijk de voorkeur geven aan een sloot. Met voor
de waterafvoer maar juist voor de aanvoer van water in perioden van droogte
wordt de aanwezigheid van een sloot voor een goed agrarisch gebruik van het
land onontheerlijk geacht. Op grond van deze overwegingen bleken aile gebrui
kers bereid te zijn er bij de eigenaren van de grond op aan te dringen een
strook grond aan de gemeente over te dragen teneinde de aanleg van een sloot
mogelijk te maken.
Hierna werd aan de commissie openbare werken de vraag voorgelegd of men zich
met een wijziging van het plan, waarbij als afscheiding aan de westzijde een
sloot zou worden aangelegd in plaats van een hekwerk, h^ewel de commissie zich
over deze gang van zaken wel enigszins verbaasd toonde, kon men zich met de
genoemde wijziging wel verenigen.
Inmiddels was op een desbetreffende vraag onzerzijds van de eigenaren bericht
ontvangen, dat men in principe tôt de overdracht van een strook grond voor het
maken van een sloot bereid vas.
Daarmee tiras ëén van onze bezwaren tegen de aanleg van een sloot, namelijk de uit
ervaring belcende moeilijke onderhandelingen met enkele eigenaren, waarvan grond
zou moeten worden aangekocht, vervallen.
De kans, dat een sloot in de directe nabijheid van een woonbebouwing vrij snel
zal vervuilen, geldt voor ons nog steeds als een bezwaar, waar echter thans wel
tegenover kan worden gesteld, dat de aangrenzende landgebruilcers blijkbaar een
groot belang bij een schone sloot hebben.
r