- 2 - Haar aanleiding van de vraag van de heer Scholtus zegt hij, dat burgemees ter en wethouders nog altijd de werkvoorbereiders zijn. Zijns inziens wordt dit maar al te vaak vergeten. Hij vindt het heel normaal, dat brie- ven_eerst in het kollege van burgemeester en wethouuers worden behandeld en daarna ter kennisname van de raad worden gebracht. Waar zijn mening heeft het kollege in de onderhavige situâtie niet onrechtmatig gehandeld. De heer Bak vraagt of het ook de bedoeling is raadsleden in te schakelen 2 de gemprekken met Handel en Ambacht en de eventueel nieuw te vormen redaktie. Mevr. de_&oer_zegtdat zij de brieven van de heren de Haan en Bak over Op e Skille met heeft kunnen inzien, daar de stukken hieromtrent haar eerst na het weekend hebben bereikt. De tijd ontbrak haar om hiervan toen nog studie te maken. Zij stelt voor, dat in het vervolg alleen die stuk ken zullen worden behandeld, die voor het weekend worden ontvangen. De heer de Haan wijst er op, dat de eerste brief van de bewoners van It Noarderfjild alleen aan de raad was gericht. Op de in deze brief gestelde vragen is door het kollege geen antwoord gegeven. In plaats hiervan zijn de bewoners uitgenodigd voor een gesprek. Voorts attendeert hij er op, dat hi] het is geweest die de gemeentesecretaris er op heeft gewezen, dat tÎB« brieven nog nooit door de raad zijn behandeld, nadat de bewoners van It Noarderfjild zich hierover Hj hem hadden beklaagd. De heer Scholtus is van oordeel, dat je in de post die binnenkomt op het gemeentehuis een splitsing kunt maken. Erieven gericht aan het kollege van burgemeester en wethouders blijven uiteraard bij dit kollege, maar de brieven gericht aan de raad worden onmiddellijk aan de raad doorgezon- den. Zijns inziens is er een scheiding te maken tussen het dagelijks en het algemeen bestuur. Naar/aanleiding van de vraag van de heer Bak zegt de voorzitter, dat hii hiervoor al wel heeft nagedacht. Het kollege van burgemeester en wethou ders denkt hier evenwel verschillend over. Hij zegt, daarom nog niet te weten wat hij moet doen. Zijns inziens moeten eerst de voorbereidende besprekmgen met Handel en Ambacht maar worden afgewacht. Wat betreft het door mevr. de Boer naar vorengebrachte merkt hij op, dat van het kollege van burgemeester en wethouders nietkan worden gevergd, dat een stuk dat laat binnenkomt vroegtijdig door het kollege kan worden Wethouder Soepboer merkt naar aanleiding van dit laatste op, dat de enige reden is,dat deze brieven in deze raadsvergadering zijn gebracht, daar het kollege in het verleden wel eens kritiek te horen. heeft gekregen, dat te laat zouden zijn gekomen met een antwoord. Hij zegt, dat, wat hem betreft, het niet weer zal voorkomen dat na het weekend voor de raads vergadering nog stukken worden veroonden. net door de heer de Haan gestelde, ontlokt aan de voorzitter de opmerking dat hi] dan had kunnen zeggen, dat de brieven in. behandeling waren. 13 zegt verder, dat hij staande houdt, dat de werkvoorbereiding aan het kollege van burgemeester en wethouders behoort. Dit is volgens hem heel wat anders dan de beleidsvoering die aan de raad behoort. De heer de Haan wijst op artikel 73 van de gemeentewet, waarin staat dat de burgemeester de stukken terstond ter tafel brengt in de vergadering waar zij behoren. y y' De heer Scholtus zegt, dat zijns inziens het vertrouwen in dezen geen dîi He^gaat er hem om' dat hij mee kan denken. Zijns inziens is dp n ^ogf1:Ljk' 335 3e iets vroeg krijgt, omdat j© dan ook tijd hebt om na te denken en te werken aan de beleidsvorming.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1975 | | pagina 4