past voor o.a. fundering, buitenwanden, enz. en wat de kleuren zullen zijn van o.m. het buitenverfwerk. Uit de bouwaanvraag van de heer de Jong blijkt, dat de kleur van het buitenverfwerk bruin zal zijn. Wanneer dan aan de bouwvergunning een voorwaarde wordt toegevoegd, op gron waarvan het materiaal van een deel van de buitenwanden \an het nouwwerk zodanig wordt gewijzigd, dat dit gedeelte voor conservering ,woî: geschilderd, dan kan gevoegelijk worden aangenomen, dat werk dezelfde kleur zal krijgen als de rest van het buitenschilder- ■Janneer de aanvrager een houtsoort wenst toe te passen die binnen een jaar verrot, dan heeft hij daarvoor de vrijheid. De contrôle op het bouwen zonder vergunning of in afwijking van een bouw vergunning berust bij bouw- en woningtoezichtDit geldt uiteraard ook voor de onderhavige vulwand. wlJ-ljn wij er op wijzen, dat het toiereren van het niet opvolgen epaalde voorwaarden, omdat vermoedelijk naderhand toch niet meer ijvekontroleerd of daaraan de hand nog wel wordt gehouden, tôt een Kwaiijke ontvikkeling zal kunnen leiden. ^enslotte merken wij nog op, dat indien de voorwaarde al summier zou TTt L ?0Zf daardoor in principe nog niet onjuist behoeft te zijn. at oetreft de motieven genoemd onder 2 en 3 zij opgemerkt, dat het feit e *erf garages ter plaatse niet van een vulwand zijn voorzien maatstar kan zijn voor de beoordeling van dit beroepschrift, Dit ^e, j ons inziens ook voor de estetica. Overigens zij opgemerkt gesitueerd eni^e 9arâge in de directe omgeving is welke zodanig is de bestaande bebouwing is ni. van belang, maar het inpassen van de nieuwe bebouwing in het bestaande en dit kan weleens betekenen, dat aan de nieuwe bebouwing andere eisen worden gesteld dan aan de bestaande, om dat de nieuwe bebouwing naar het oordeel van deskundigen alleen dan aan de eisen van welstand kan voldoen. Als laatste argument wensen wij nog aan te voeren, dat de voorwaarde door g°eder trouw is gesteld en dat de heer de Jong, afgezien van het 4. u3 f vergunning pas in augustus jl. heeft afgehaald, reeds in umf "et bestaan van deze voorwaarde op de hoogte was.Voorts is hij oor het schnjven van de direkteur van gemeentewerken dd. 28.8.1975 op net bestaan van deze voorwaarde gewezen. Wij zien dan ook voorshands geen reden op grond waarvan de geôtelde voorwaarae zou rnoeten worden ingetrokken. In afv/ijking van het advies van de beroepskommissie stellen wij u derhal- ve voor het beroepschrift van de heer de Jong ongegrond te verklaren. Burgemeester en wethouders van Leeuwarderadeel de secretaris Je burgemeester J.P. v.d. Kooi. H. Boschma. f; Vf-" V

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1975 | | pagina 42