- 5 - "De aanhangige wijziging van de Luchtvaartwet en de daarop volgende Ontwerp- nota t.a.v. beleids-konsekwenties heeft ons als Raad in een moeilijke posi- tie geplaatst. We krijgen te maken met veranderde inzichten over de zaken die men onder het begrip welzijn wil scharen: blijkbaar gaat men geluidshinder meer gewicht geven, omdat er zich andere gezichtspunten aankondigen. Er staan veel belangen op het spel. Doordat er zo veel belangen in het ge- ding zijn is het moeilijk om een standpunt te bepalen. Dat zal de reden zijn waardoor degenen die in deze zaken moeten beslissen, tôt nog toe, geen dui- delijk standpunt hebben ingenomen. Het houden van een opinie-peiling door het NIPO is een poging om meer aan- vullend materiaal te verkrijgen. B>ij nadere overdenking echter, ben ik er van overtuigd geraalct dat de uitslag van het rapport niet zal leiden tôt die informatie aan de hand waarvan we in deze gemeente een standpunt kunnen be palen. Uit de uitslag komen we alleen maar te weten of "men" al dan geen last van het vliegtuiglawaai heeft. Stel dat "men" er last van heeft. Eerste reakties zullen dan zijn: Waarom is "men hier dan komen wonen; waaron blijft "men" hier wonen! Op dergelijke vra- gen krijgen we geen antwoorden. Als de uitslag is dat men er geen last van heeft, dan is de volgende reaktie denkbaar: Realiseren de mensen zich in voldoende mate dat hun gezondheid in gevaar is! De lconklusies t.a.v. dit punt die J.H.Ettema en P.Knipschild in hun rapport trekken, laat daar geen twijfel over bestaan. Dan is er nog een mogelijkheid dat een aantal mensen wel en een aantal men sen geen hinder ondervinden. Ook dan is de bijdrage van de opinie-peiling voor de diskussie nihil. Volgens mij gaat het om de volgende problemen: a. Hoe ernstig is dé schade voor de Volksgezondheid? b. Wat zijn de belangen voor de mensen on hier te wonen? c. Is het mogelijk de hinder aan de bron verder te beperken? d. Als men konsekwenties trekt: welke oplossingen kan men onderzoeken om de financiële konsekwenties te nemen? (Het gaat dus om het afwegen van meerdere aspekten en niet om één aspekt enig uitgangspunt te nemen) Als men beoogt om mensen in onze gemeente inspraak te geven over de proble- matiek acht ik dat juist. Door de opinie-peiling krijgt men echter geen in spraak. Het enige résultant kan zijn dat een buurman verweten kan worden t dat hij er wel of geen last van heeft. De echte diskussie gaat over voornoemde punten (a,b,c en d)Mocht men de mensen meer inspraak willen geven dan zal men ©•m. de voornoemde punten in diskussie moeten geven. Dat zal moeilijk zijn, vooral omdat wij èr in deze Raad niet over gesproken hebben.De problemen zulian voor veel andere mensen nog onover- zichtelijkër zijn dan voor ons. (Alhoewel de dorpsbelangen en de Hervormde Kerkeraden van Jeluum en Cornjum wel tôt een standpunt kwamen). Ik heb er geen behoefte aan om het probleem te blijven verschuiven naar andere "beslissers" of naar een later tijdstip. M.i. is er voldoende materiaal om eerst in deze Raad in diskussie te gaan. Aan de hand daarvan kunnen we meer zinnige aanknopingspunten zoeken dan een opinie-peiling. U kunt op dit voorstel aanvullingen doen. Misschien denkt u onjuistheden te ontdekken. In het voorstel van B. W. zitten ook vergissingen. Nu wil ik niet op de door mij vermeende onjuistheden ingaan. Ik denk dat u en ik te veel in een houding van aanval en verdediging raken. Dat is een zêêr slechte vorm van diskussie die tôt bijzonder onbevredigende oplossingen leidt. Daarora stel ik u voor: 1De zesduizend gulden te reserveren voor een meer passende vorm van probleem- benadering.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1975 | | pagina 7