- 6 - 2. Op zeer korte termijn in de Raad in diskussie te treden." De heer de Haan zegt dit amendement te steunen. De voorzitter schorst hierna de vergadering om de leden van de raad de gele- genheid te geven dit amendement te bestuderen. Na heropening zegt mw. de Boer dat dit geen gemakkelijke materie is, waar je êën twee, drie een uitspraak over kunt doen. Zij zegt, hoewel huiverig voor zo n onderzoek er toch ook niet tegen te zijn. Zij meent, dat wanneer de minister geen geluidsisolerend materiaal wenst aan te brengen, hierover in de raad moet worden gediscussieerd, omdat het toch zal moeten worden aan- gebracht. De keer Tulner merkt op, dat de nota van de ambtelijke werkgroep een theore- tisch stuk is. Hij meent verder, dat aile geluidshinder niet valt te vermij- den. Het aksent moet daarom dan ook vallen op de onaanvaardbare hinder. Hij vraagt zich af of de werkgroep heeft geinformeerd bij dé huisartsen en vergeleken mag worden met het vliegveld- te Balfweg. Hij wijst er op, dat niemand wordt gedwongen hier té wonen, en dat het een goeie zaàk is, dat de bewoner nu ook een keer zijn mening kan geven. Tôt nu toe is deze vaak overgeslagen. het Hij brengt voorts nog onder de aandacht, dat in gehele rapport wordt voorbij— gegaan aan de vervanging door de F 16. Spreker beëindigt zijn betoog door te stellen, dat een NIPO-onderzoek zeer welkom zal zijn. De heer Dam zegt, dat zijn fraktie wil, dat zoveel mogelijk gegevens over de geluidshinder worden verzameld. Hij zegt dan ook voor het NIPO-onderzoek te zijn. Hij vraagt zich wel af, waarom een dergelijk onderzoek niet plaatsvindt op initiatief van het overlegorgaan geluidshinder. De heer Faber meent, dat deze zaak wordt overdreven. Hij is van oordeel, dat minister Vorrink wel wat te veeg heeft gebracht. Hij zegt tenslotte akkoord te kunnen gaan met het voorstel van burgemeester en wethouders. De voorzitter merkt op, dat mw.de Boer de spijker op de kop slaat als zij zegt, dat dit een moeilijke materie is. Zijns inziens is het een goede zaak, dat dit onderzoek wordt gehouden. Hij raadt de raad aan het amendement van de heer Scholtus niet aan te nemen, omdat dit uitstel zou betekenen van een onderzoek, dat bouwstenen kan ople- veren voor een gefundperde beslissing. De heer Scholtus meent, dat van inspraak geen sprake is, als slechts êën aspekt aan de orde wordt gesteld. De heer de Haan vraagt aan de heer Faber hoe zijn stellingname rijmt met het gestelde in het verkiezingspamflet van de FNP "De basis moat fuort". De heer Tulner wijst hij er op, dat de konklusies in het rapport van de werk groep niet alleen op theoretische gronden berusten, omdat deze door de kom- missie Kosten in de praktijk zijn getoetst. De heer Faber zegt, dat hij niet achter de betreffende stelling van de FNP staat. Hierna wordt het amendement Scholtus in stemming gebracht. Dit amendement wordt verworpen met 10 tegen 2 stemmen. Voor wordt gestemd door de heren de Haan en Scholtus en tegen door de dames Stolte, de Boer en Nicolaij en de heren Faber, Soepboer, Dam, Jansma, Bak, Visser en Tulner. Vervolgens wordt gestemd over het voorstel van burgemeester en wethouders. Dit voorstel wordt aangenomen met 10 stemmen voor en 2 stemmen tegen. Voor wordt gestemd door de dames Stolte, de Boer en Nicolaij en de heren Faber,

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1975 | | pagina 8