- 12 -
45. Een lid in de le sectie dringt aan op zo goed en snel mogelijke informatie
omtrent de ruilverkaveling. Jï1
f: v i r
Antwoord b. en w.
Met deze stelling zijn wij het eens. Ook vocrbereidingaeie blijkt er over
te deàken. Elke raaand wordt een openbare "zitdag" gehouden in café "De Smali™
Brug" voor "iedereen". Zodra ons kollege gegevHns'Idoorgespeeld" krijgt geven
wij deze door. Betreffende de wegenstruktuur vond dit reeds plaats in de cie.
Ruimtelijke Ordening.
Slotopmerking
46.a. Lsdea vaû de 2e en 3e eectie zullen de teezending van het overzicht van ge-
meentewerken op prijs stellen.
Antwoord b. en w.
Het door ons toegezegd stuk over de organisatie, werkzaamheden enz. van de
dienst gemeentewerken zal u binnenkort worden toegezonden.
46.b. Een lid van de tweede sectie zal het zeer op prijs stellen, dat het program
ma van werkzaamheden door de directeur van gemeentewerken en b.v; de wethou-
der van openbare werken met het personeel van gemeentewerken tijdig in het
seizoen wordt besproken.
Antwoord b. en w.
De suggestie van het lid over een voorbespreking met het personeel zullen
wij in overweging nemen en bespreken met de d.g.w.
46.c. De leden van de 2e sectie zullen het op prijs stellen dat de gegevens over
werkloosheid alsmede de gegevens over de uitkeringen uit het gemeentefonds
aan de raadsleden worden verstrekt.
Deze leden vragen hoeveel werklozen er momenteel in de gemeente zijn.
Antwoord b. en w.
Door het Gewestelijk Arbeidsburaau worden ons periodiek de gegevens over de
werkloosheid in onze gemeente verstrekt, terwijl ook het Centraal Bureau
voor de Statistiek daaromtrent gegevens indient.
Wij zijn bereid deze gegevens voor de raadsleden ter inzage te leggen en op
de lijst van ingekomen stukken en mededelingen van de raadsvergaderingen
te plaatsen.
De circulaire omtrent de uitkeringen uit het Gemeentefonds zullen wij copi-
eren en aan de raaùslcden ter beschikking stellen.
Volgens een opgave van het G.A.B. bedroeg het aantal werklozen in deze ge
meente per 30septaiûbar jl. 76, of te wel 5,6% van de beroepsbevolking.
In 1974 bedroeg dit percentage 3,5%. Een stijging van 2.1%.