- 26 - Bijlagen. 80. Begroting van het grondbedrijf Een lid van de 3e seçtie bepleit na te gaan of er mogelijkheden zijn om m het saneringsgebied de Galge acties te ondernemen om de aldaar aanwezige wo- ningen op te knappen, zoals in Metslawier is gebeurd. Antwoord b. en w. Bij het opstellen van plannen voor het betreffende getied zullen wij ons hier- omtrent nader beraden. 81. Reserves. Een lid van de 2e sectie is het opgevallen, dat in het fonds verbetering in- frastructuur een bedrag was opgenomen van 60.896,-, terwijl dit bedrag thans 212.513,17 groot is. Hij vraagt hoe deze verhoging is ontstaan. Antwoord b. en w. Inderdaad is de reserve voor de infrastructuur in de begroting voor 1975 ge- raamd op f 60.896,84 en in de begroting voor 1976 op 212.613,17. Uiteraard dient men in eerste instantie te bedenken dat een begroting een raming is, welke in de loop van het jaar, voorafgaande aan het begrotingsjaar wordt opgemaakt. Alsdan is uiteraard niet bekend welke toevoegingen van rente en inkomsten uit anderen hoofde aan de reserves ten goede komen en welke bedragen aan de reser ves onttrokken worden. Het verschil dient evenwel alsvolgt te worden verklaard; De reserve voor de verbetering van de infrastructuur is de voormalige reserve van winsten van het gasbedrijf. Zoals bekend moest de gemeente nog een bedrag restitueren wegens te geringe afscnrijvingen op de bezittingen van het gasbe drijf te Tzummaruni in het verleden ten opzichte van de gemiddelde normen door het verificatiebureau in zijn berekeningen voor de overdracht van het bedrijf bepaald. Bij de berekening van de onderhavige reserve voor de begroting 1975 is hiermede rekening gehouden. Nadien werd evenwel de administratie voor het jaar 1973 afgesloten en de staat van afschrijvingen (L II) voor de rekening van dat jaar opgemaakt. Men kon nu deze extra afschrijving ten laste van deze reserve laten komen, doch deze ook extra afschrijsren via gemelde staat, waardoor het rekeningssaldo van 1973 ongunstig werd beinvloed. Nu blijken de batige saldi over voorgaande jaren nogal gunstig te zijn, zodat bij afboeking van de reserve t.l.v.cde infrastructuur de saldireserve met genoemde afschrijving zou groeien. Aangezien de saldireserve een redelijke omvang vertoont en voor de aanwending voor diverse doeleinden minder hanteerbaar is werd voor afschrijving van het bedrag, groot 90.250,47, ten laste van het dienstjaar 1973 besloten. Tevens ontvingen wij de afrekening van de winst van het gasbedrijf over 1972, groot f 45.119,67, welk bedrag aan de reserve voor de infrastructuur ten goede is gekomen. Voor de berekening van de stand van deze reserve per 1 januari 1976 moet evenwel ook nog rekening worden gehouden met een rentetoevoeging over het jaar 1975, ter grootte van - 17.000,welk bedrag wordt berekend op basis van de stand van de reserve per 1 januari van het rekeningjaar en de stand van de gemiddelde rentevoet van langlopende financieringsmiddelen over het betreffende rekeningsjaar. Resumerend komt men dan tôt een volgend resultaat: Raming 1975: 60.800. Extra afschrijving gasbedrijf - 90.200, Na-uitkering winst gasbedrijf - 45.000, Nieuw geraamde rentetoevoeging 1975: zie boven - f 17.000, reeds geraamd in begroting 1975 6.000,- ,K000>._ f 207.000,— ÎO. i .i J

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1975 | | pagina 118