- 6 -
4. De vorige leden zijn van overeenkomstige toepas-
sing in de gevallen als zijn bedoeld in artikel
5, tweede lid, met dien verstande dat voor een
belastingjaar als bedoeld in bet eerste lid in
de plaats treedt het in artikel 5, tweede lid,
laatste volzin, bedoelde belastingjaar,
Artikel 12.
Overdracht bevoegdbeden Burgemeester en wethouders kunnen een of meer ge-
meente-ambtenaren aanwijzen, die in hun plaats
treden met betrekking tôt de uitvoering van enige
wettelijke bepaling betreffende de heffing van een
in het artikel 1 bedoelde belasting,
Artikel 13,
Nakoming verplichtingen De verplichtingen, als bedoeld in de artikelen
47» 50 en 51 van de Algemene wet inzake rijksbe-
lastingen jegens burgemeester en wethouders, gelden
mede jegens de door burgemeester en wethouders aan-
gewezen ambtenaren der gemeentelijke belastingen,
Artikel 14.
1. Deze verordening wordt geacht in werking te zijn
getreden met ingang van 1 januari 1975 en vindt
voor het eerst toepassing met betrekking tôt het
belastingjaar dat met 1976 aanvangt.
2. Deze verordening kan worden aangehaald als
Ve r ordening Qnr oerend-goedbelast ingen
Inwerkingtreding en
citeertitel
Aldus vastgesteld door de raad voomoemd
in zijn openbare vergadering van
16 december 1975»
de secretaris, de voorzitter,
(j,P. van der Kooi) (H, Boschma)
0p in zesvoud gezonden aan de Gedeputeerde Staten met het
verzoek hierop de Koninklijke goedkeuring te bevorderen en in enkelvoud in af-
schrift ter kennisneming aan de Minister van Financièn.