- 2 - Artikel 5» Allo aan geldgever verschuldigde betalingen zullen als volgt goschieden: a. voor leningon verstrekt uit de middelen der Rijkspostspaarbank; door storting of overschrijving op do rekening van de Rijkspostspaarbank bij de Hoofdbank van De Hederlandsche Bank H.V. te Amsterdam; b, voor leningen verstrekt uit de middelen van de Postcheque- en Girodienst; door storting of overschrijving op de "Beleggingsrekening Postcheque- en Girodienst" bij de Hoofdbank van De Nederlandsche Bank N.V. te Amsterdam; een en ander tenzij geldgever schriftelijk om een andere wijze van botaling heeft verzocht of een andere wijze facultatief heeft gesteld. De betalingen zullen geschieden in Ncderlands geld, zonder korting of schuld- vergclijking en zonder kosten voor geldgever. De betalingen zullen gerekend worden allercorst te zijn geschied ter voldoening van de kosten, vervolgens van de boeten, daarna van de vergoedingen, vcrvolgens van de rente en het laatst van de hoofdsom. Artikel 6. Indien geldnemer het aan aflossing of rente verschuldigde niet op tijd en ovor- eenkomstig het bepaalde in artikel 5 zal hobben voldaan, zal hij aan geldgever een boete verschuldigd zijn. Deze boete zal berekend worden over het achterstallige bedrag gedurende de tijd van nalatigheid naar een percentage, dat 2$ hoger ligt dan het rentcpercentage der lening en treedt in die période in de plaats van de rente. Artikel 7» Het onafgeloste gedeelte van het bedrag der lening is met de renten en de kos ten onmiddellijk opeisbaar: a. bij niet—nakoming van een of moer der in deze overeenkomst vermelde bepalin— gen of aangegone verbintenissen binnen 14 dagen nadat geldnemer aan zijn nala tigheid is herinnerd; b. bij door geldnemer gedaan verzoek tôt het bekomen van sursêance van betaling; c. bij faillietverklaring van geldnemer. Geldnemer zal in gebreke zijn door het enkele feit van het voorvallen van een der vermelde gevallen van onmiddellijke opeisbaarheid, zonder dat voorafgaande ingebrekstelling door een bevel of andere soortgelijke akte nodig is. Artikel 8. De bolastingen, die van de rente der lening mochten worden geheven, komen ten laste van geldnemer. Artikel 9» Allo kosten en rechten van de overeenkomst van geldlening en van de maatregelen, welke geldgever mocht nemen tôt behoud of ter uitoofening van zijn uit de over eenkomst voortvloeiende rechten, zijn voor rekening van geldnemer behoudens het be paalde in artikel 11. Artikel 10. Extra aflossing, voorzover niet in de overeenkomst uitgesloten, kan plaatsvinden indien geldnemer van zijn voornemen daartoc tenminste drie maanden tevoren aan de directeur der Rijkspostspaarbank schriftelijk zal hebben kennisgegeven. Deze kennisgeving is onherroepelijk zodra zij door geldgever schriftelijk is bevestigd en in elk gevai, indien zij per aangetekende brief is geschied.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1976 | | pagina 34