gencentra thans reeds uitbreiding behoeft. Ook in de toekomst zal naar ver- wacht mag worden nog wijziging in het aantal woonwagencentra en standplaatsen kunnen optreden. In dit verband moge verwezen worden naar een prognose van het ministerie van C.R.M.die stelt dat als gevolg van natuurlijke aanwas het aantal huishoudens van woonwagenbewoners de komende tien jaren met 35 tôt 40% kan toenemen met daaruit voortvloeiende een evenredige stijging van de vraag naar standplaatsen. Door invoeging van een nieuu artikel 12A wordt bij- sturing van het beleid met betrekking tôt standplaatsen en woonwagencentra moge- lijk gemaakt zonder dat dit iedere keer behoeft te leiden tôt wijziging van de gemeenschappelijke regeling. 3. Dit punt betreft een aantal bepalingen, die nog een erfenis zijn uit de pério de van het Openbaar Lichaam "Woonwagencentrum Smallingerland". In deze période werd nog uitgegaan van éën groot regionaal woonwagencentrum voor aile woonwagen bewoners in Friesland. Daar dat woonwagencentrum gelegen zou zijn in de gemeente Smallingerland was ook het «oorzitterschap en het secretariaat van het intergemeentelijk orgaan aan deze gemeente gekoppeld.Nu inmiddels is overgegaan tôt een beleid dat gericht is op de totstandkoming van meerdere centra is de reden voor deze koppeling ver- dwenen. Het Dagelijks Bestuur van het Woonwagenschap Friesland wil echter duide- lijk voorop stellen» dat zolang er geen duidelijlce redenen aanwezig zijn om voorkeur te geven aan een vertegenwoordiger van een andere gemeente dan Smal lingerland» het wat het voorzitterschap betreft de huidige situatie om practische redenen wil handhaven omdat duidelijk het belang wordt ingezien van het zetelen in dezelfde plaats van de voorzitter en het apparaat van het schap. 4. Dit puût betreft onder anderen het naast geraeenten noemen van particulière or- ganisaties in artikel 4» lid 1, het weglaten van de kadastrale aanduidingen in artikel 4, lid 3» het aanpassen van artikel 5, lid 3» sub b., aan de realiteit dat woonwagenbewoners moeilijk geneigd zijn om zitting te nemen in de bestuurs- organen van het schap en het toekennen van de bevoegdheid tôt instelling van de coordinatiecoimnissie aan het dagelijks bestuur. Wij kunnen ons met de voorgestelde wijzigingen wel verenigen en stellen u voor con- form het hierbijgevoegd ontwerp-besluit tôt wijziging van de gemeenschappelijke re gel ing over te gaan. Burgemeester en wethouders van Leeuwarderadeel de aecretaris de burgemeester J.P. van der î'ooi. B. Soepboer l.b.)

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1976 | | pagina 20