- 6 -
De heer Visser verklaart zich akkoord met het voorstel van burgemeester en wet
houders, maar stelt wel, dat hij het voor minder dan op' fifty fifty .basis niet dopt.
Onder aantekening, dat de heren de Haan en Dam wensen te worden geacht te hebben
tegen gestemd wordt zonder hoofdelijke stemming konform het voorstel van burgemees
ter en wethouders besloten.
12. Behandeling van een voorstel van de fraktie van de P.v, d.A. om de benoeming van
ondërwijzers en kîeuterleidsters weer aan burgemeester* en"v7ethouders~tê "deI'egeren
(76/76) 1 - 4 421 m.
Mw. Micolaij zegt dat haar fraktie zich achter dit voorstel kan stellen, Zij merkt
nog op dat zij er indertijd op heeft aangedrongen het voorstel van de heer B. Beeksma
niet aan te nemen.
Mw. de Boer zegt er wel begrip voor de hebben, dat indertijd de raad het benoemings-
recht aan zich heeft getroklcen. Hoewel haar fraktie heeft geaarzeld, is toch het
besluit gevallen om het voorstel van de P.v,d.A.-fraktie te steunen.
De heer Faber Verklaart dat zijn fraktie tegen is, oradat zij wil dat de ouderkomteissies
hun inspraak blijven behouden.
Hierna. leest de voorzitter de bricf van de P.v.d.A.-fraktie voor. Vervolgens wijst
hij er op dat de inspraak Van de ouderkommissies voldoende gewaarborgd is, omdat
twee leden van de betreffende ouderkommissie de proeflessen bijwonen. Deze ïeden hebben
ook hun inspraak bij het opstellen von de voordracht.
De heer Faber zegt, dat hij dat niet wist en dat er nu geen reden meer voor hem is
om tegen het voorstel vàn de P.v.d.A.-fraktie te stemmen.
Door de voorzitter wordt nog toegezegd, dat van êVentuele benoemingen en ontslagen
mededeling zal worden gedaan bij de ingelcomen stukken en mededelingen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt konform het voorstel van P.v.d,A,-fraktie besloten.
Voorstel tôt benoeming van een wethouder (76/77) 1 - 4 47^ m.
De voorzitter zegt mw. Stoltè dank voor al hetgeen wat zij als wethouders heeft ge
daan. Hij zegt groot respekt te hebben voor de toewijding en de grote werklust die
zij ten toon heeft gespreid.
Mw. Stolte zegt, dat zij langer wethouder is gebleven dan ©orspronkelijk in de bedoe-
ling lag. Zelf had zij gehoopt in 1974 al weer te kunnen aftreden, maar het feit dat
in haar fraktie nog al wat nieuwelingen intrede deden maakte zulks redelijkerwijs on-
mogelijk. Dat zij voor het goed uitoefenen van deze funlctie haar gezin min of meer
heeft moeten. verwaarlozen wordt door haar erkend, maar zij voegt er onmiddellijk aan
toe dat zij door het wethouderschap een ontwikkeling heeft doorgemaakt die maakt dat
het voor haar een goede période is geweest, zodat zij achteraf niet graag de wethou-
dersperiode zou hebben over geslagen.
De. heer Dam stelt de heer Wierd Visser kandidaat.
De heer Boersma zegt dat zijn fraktie akkoord kan gaan met deze kandidaatstelling.
Wel zegt hij dat zijn fraktie verwacht, dat de heer Visser de raadsbesluiten uit-
voert, zo al s deze in meerderheid door de raa.d zijn of worden aangenomen.
Oo1: de heer Tulner zegt akkoorc^ée leunnen gaan met, deze kandidaatstelling. Hij zegt
te verwacht en, dat de heer Visser open zal staan voor de mening van anderen. Hij
meent dat dit laatste past voor een wethouders in een afspiegelingskollege.
