- 2 - 3. Tussentijds benoemde leden treden af cp het tijdstip, waarop de bij de aan- vang van de zittingsduur benoemde leden op grond van het le lid van dit ar- tikel aftreden of hadden moeten aftreden. Artikel 5. In vakatures, ontstaan anders dan door periodieke aftreding, wordt binnen 3 maan- den voorzien. Artikel 6. De kommissie kiest uit haar midden een plaatsvervangend voorzitter» Artikel 7. Uit de kommissie wordt een dagelijks bestuur gevormd, bestaande uit de voorzitter van de kommissie en twee andere door de kommissie uit haar midden te benoemen le-- den. De voorzitter en de sekretaris van de kommissie zijn tevens voorzitter respektie- velijk secretaris van het dagelijks bestuur. Artikel 3. 1. De kommissie vergadert zo dikwijls de voorzitter het nodig oordeelt of wanneer dit door tenminste drie leden schriftelijk met opgaaf van redenen aan de voor~ zitter wordt gevraagd. 2. De voorzitter sorgt, dat elk lid, spoed-eisende gevallen uitgezonderd, tenmin ste tweemaal vier en twintig uur voor het houden van een vergadering wordt' opgeroepen, Daarbij vepaçldt K.j zoveel mogelijlc de in de vergaderomg te behan- delen onderwerpen. 3. De stukken die op de vergadering betrekking hebben, dienen zo mogelijk tenmin ste zes en dertig uur vôôr het tijdstip der vergadering in het bezit van de leden te zijn. 4. Aan vergaderingen van de kommissie die op grond van het bepaalde in artikel 64, lid 2 der gemeentewet, in het openbaar moeten worden gehouden, wordt op een door burgemeester en wethouders te bepalen wijze openbare bekendheid gëgèven. Artikel 9. De kommissie beraadslaagt noch besluit, indien niet meer dan de helft der zit~ ting hebbende leden aanwezig is. 2. Kan tengevolge van het bepaalde in het eerste lid een vergadering niet door" gaan, dan wordt een tweede vergadering belegd, waarin de leden, ongeacht hun getal, beraadslagen en besluiten over de voor behandeling in de eerste verga dering bestemde onderwerpen. Tussen beide vergaderingen dient tenminste een tijds- verloop van vier en twintig uur te bestaan. 3. De besluiten worden bij volstrekte meerderheid van stemmen genomen. Het gevoe- len van de minderheid wordt, zo het betreft het vaststellen van een voorstel of het uitbrengen van een advies of een rapport, indien zij dit wenst, in het voorstel, advies of rapport vermeld. 4. Bij staking van stemmen over zaken beslist de voorzitter, over personen beslist het lot. 5. Over zaken wordt mondeling en bij hoofdelijke oproeping gesterad; bij het doen van keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen wordt gestemd bij geslo- ten ongetekende briefjes.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1976 | | pagina 68