Agenda ptint j 9 Voorstel 76/95 Onderwerp; Stiens, 1G augustus 1976. intrekking besluit tôt onteigening van grond in eigendom bij de heer O.D.Bierma te Britsum Aan de gemeenteraad Bij uw besluit van 29 april jl. hebt u besloten van de heer Oege Dirk Bierma, Weversterp 18, Britsum te onteigenen een perceel weiland ter grootte van 0.27.50 ha., zijnde een gedeelte van het perceel weiland groot 0.89.70 ha., kadastraal bekend geneente Jelsum, sectie B. nr. 1841 deels, plaatselijk be~ kend Lieuwe Jellingastrjitte te Britsum. Zoals bekend is dit perceel weiland benodigd voor de bouw van een openbare basis- annex kleuterschool Genoemd raadsbesluit is bij ons schrijven van 14 juli jl. ter goedkeuring voor- gelegd aan de Kroon. Uiteraard wordt vanwege de Kroon in casu het ministerie van volkshuisvesting en ruimtelijke ordening onderzocht of aan de wettelijke voorschriften is vol™ daan. Tijdens dit onderzoek is naar voren gekomen, dat door de heer Bierma aan de heer J.R.Roorda, Lieuwe Jellingastrjitte 3, Britsum van het vermelde perceel weiland een strook grond van plm. 0.01.50 ha. is verkocht. Hoewel ten tijde van het aanspannen van de onteigeningsprocedure nog geen uit- meting van de verkochte strook had plaatsgevonden, sodat op de tekening behoren de bij het besluit tôt onteigening de verkochte strook moeilijk had kunnen wor~ den aangegeven, stelt het vermelde ministerie zich op het standpunt, dat thans imhoudelijk in strijd met artikel 80 van de ontaigeningswet is gehandeld. Hierin staat onder meer, dat naast een grondplan, aangevende de kadastrale si tuatie, een lijst van de te onteigenen percelen moet worden overgelegd waarin de namen van de eigenaars en mede-eigenaars van elk dier percelen, volgens de registers van kadaster zijn vermeld. Op genoemde lijst staat alleen vermeld de naam van de heer Bierma, terwijl vol- gens de nieuwe situatie 00k de naam van de heer Roorda had moeten worden ver meld, alhoewel aan de onteigening van dit strookje grond in het geheel geen behoefte bestaat. &angezien het ministerie heeft laten weten, dat het onderhavige besluit hierom niet kan worden goedgekeurd is het de beste oplossing het onderhavige raadsbe sluit in te trekken en onmiddellijk met een nieuwe onteigeningsprocedure te starten. In de raadsvergadering van oktober zult u dan opnieuw over deze onteigening hebben te beslissen. Hierdoor wordt de onteigening met ongeveer 2 maanden opgeschort. Voor de bouw van de school ter plaatse heeft dit echter geen direkte konsekwen- ties, daar niet valt te verwachten dat de vereiste toestemmingen en goedkeurin- gen op korte termijn afkomen. i

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1976 | | pagina 85