t; b - 3 - De funktionele aanpassing van meerdere dorpsvaarten zal dan bestaan uit het verruiraen van het profiel en verlaging van het peil. Ook het overige waterlopen- patroon zal vermoedelijk wijziging ondergaan bij uitvoering van de ruilverkave Naar ons gevoel moeten de plannen van de ruilverkave ling op de voet worden ge- vôlgd. Mooht blijken3 dat er in het kader van de ruilverkaveling andere plannen m.b.t. de dorpsvaarten bestaan3 dan zal er tijdig overleg moeten worden gepleegd om tôt een aanvaardbare oplossing te komen d. Gemeente Menaldutnadeel. i De toegezonden beleidsnota geeft geen aanleiding tôt het maken van op- er./of aanmerkingen. e. Gemeente Leeuwardeno Ket kollege van burgemeester en wethouders van Leeuwarden vraagt zich af of een op suburbanisatie gericht beleid moet worden voortgezet. In dit verband merkt zij op, dat op grond van de huidige mogelijkheden kan worden gesteld dat de gemeente Leeuwarden de tegenwoordige en toekomstige behoefte aari gevarieerde woningbouw ruimschoots kan opvangen. Verder wordt bezwaar gemaakt tegen het beleidsuitgangspunt, dat het régionale voorzieningennivo van Stiens verbeterd dient te worden. Ook zijn er bedenkingen tegen de gedachte onderwijsvoorzieningen in deze gemeente. Er wordt voorts opgewezen, dat niet alleen de gedachte groei van Stiens maar tevens de voorziene uitbreidingen van Hijum/Finkum en Britsum als ge~ forceerd overkomen. Naar mening van het vemelde kollege is de beleidsnota in strijd met de verstedelijkingsnota. Tenslotte wordt opgemerkt, dat een verdere groei van Leeuwarderadeel een aanpassing zal vergen van het in de gemeente Leeuwar den gelegen gedeelte van de verbinding Leeuwarden-Stiens en tevens vraagt om een vergroting van de parkeervoorzieningen. Dat door het kollege van burgemeester en wethouders van Leeuwarden de suburbani satie ten tonele wordt gevoerd viel te verwachten. Nij mogen aannemen3 dat dit gedaan is uit een zorg om de positie van de stadEen zorg overigens die wij kun-- nen delen. Het is dan ook niet zo maar een kreet3 dat wij in de beleidsnota hebben geschreven dat de funktie van Leeuwarden als gewestelijk oentrum gehandhaafd enzo mogelijk verstrekt dient te worden- Het vermelde kollege van burgemeester en wethouders legt dit uit als strijdig met de andere uitgangspunten van de onderhavige. Uij vinden het spijtigs dat dit kollege hier zo over denkt. Naar onze overtuiging is het inderdaad. nodig3 dat de positie van Leeuwarden wordt versterkt. Dit zal echter niet ten koste mogen gaan van de leefbaarheid van het plotteland. Een versterking van de positie van Leeuwarden zal naar ons gevoelen derhalve moe ten geeohieden in een goede harmonie met dat platteland. Maar al te vaak wordt voorbij gelopen aan het feit3 dat datzelfde platteland in het verleden reeds een gevoelige veer heeft moeten laten aan de stad Wij hadden dan ook graag gezien3 dat de nota Volkshuisvesting van de Regio Leeu warden als uitgangspunt van dit gezamenlijke beleid zou zijn gekoaen. Dat onze beleidsnota in strijd zou zijn met de verstedelijkingsnota is naar ons gevoel een bewering die meer stoelt op theoretisohe dan op zakelijke gronden. Als men deze nota leest als een geheel van enige voorsohriftendan zou inderdaad een dergelijke bewering op kunnen gaan. De verstedelijkingsnota is echter een nota waarin het gewenste beleid wordt aan gegeven. Het al of niet opvolgen van dit geadviseerde beleid is primair voor de verantwoor- delijkheid van de bestuurders en bovendien afhankelijk van de plaatselijke en ré gionale omstahdigheden iin§- ,v i, v. v. ;n ipi - iKJ; .-.jîl

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1976 | | pagina 91