Eeschikking reserveringsposten.
De op hoofdstuk XIII par. 1 gereserveerde bedragen, die in het betreffende jaar
niet voor het doel, waarvoor zij zijn uitgetrokken, worden aangewend, vorden dik-
wijls - zoals u ook in de voorgaande jaren moet zijn gebleken - besteed voor één-
malige uitgaven of gereserveerd voor een bepaald doel. Voor zover dit niet plaats
vindt worden deze bedragen bij de slotwijzigingen afgevoerd en komen in het saldo
van de dienst. Is deze dienst nadelig dan wordt hierdoor het nadelig saldo klei-
ner; is het rekeningsaldo batig dan wordt het batig saldo groter en komt dit be-
drag uiteindelijk ten bate van de saldireserve. Er wordt evenwel ook telkenjare
- inzonderheid op immateriete of onrendabele-kapitaalsuitgaven, voor zover de aard
van de kapitaalsuitgaven zulks toelaat, extra afgeschrevsn om zodoende weer enige
ruimte te scheppen voor volgende dienatjaren. Aangezien de betreffende gereserveer—
de bedragen, als boven genoemd, na het opmaken der slotwijzigingen deel uitmaken
van het totaal der middelen, is niet direct aantoonbaar waar deze gereserveerde
bedragen incidenteel voor worden aangewend.
De aanmerkelijke afwijkingen tussen de werkelijke batige en nadelige saldi van
de hoofdstukken van de gewone dienst van de rekeningen, vooral in 1972, met de
bedragen zoals deze in de oorspronkelijke begroting zijn geraamd zijn grotendeelo
een gevolg van het systeem van de ramingen.
In de begroting worden b.v. de bedragen voor salarissen enz.opgenomen volgens
de normen die gelden, op het tijdstip van het opmaken van. de begroting. Er han
geen rekening worden gehouden met de verhogingen voor het komende jaar. Tegenover
de hogere uitgaven die in de loop van het jaar steeds ontstaan, staan op de hoofd
stukken, waarop deze salarisverhogingen worden begroot, niet de daaruit voort-
vloeiende hogere uitkeringen uit het gemeentefonds. Op hoofdstuk II b.v. is het
verschil tussen het geraamd en het werkelijk nadelig saldo ca 143.000,waarvan
aan salarisstijgingen een bedrag van ca. 92.000,kan worden toegeschreven.
Verder worden op hoofdstuk XIII par. 1 b.v. de lastën van nieuwe uitgaven gereser
veerd, waardoor dit hoofdstuk soms een vrij hoog nadelig saldo op begrotingsbasis
vertoont. Worden deze nieuwe uitgaven in de loop van het jaar gerealiseerd, dan
verdwijnen de làsten van hoofdstuk XIII par. 1 naar de flinctionele hoofdstukken,
als gevolg waarvan de nadelige saldi van deze hoofdstukken weer hoger worden dan
geraamd. Worden de uitgaven niet gerealiseerd, dan vindt soms een overboeking plaats
voor het doen van ëéranalige uitgaven, wat het oorspronkelijk beeld ook weer ver-
sâoort.
Aile verschillen zijn met het vorenstaande niet verklaard.
Clechts met een nauwkeurige analyse zou dit mogelijk zijn.
De toelicnting bij de diverse begrotingswijzigingen kunnen echter ook veel duide-
lijk maken.
Rekeningen 1974, 1975 en 1976.
Terzake van de behandeling van bovengenoemde rekeningen mogen wij u kortheidshalve
verwijzen naar hetgeen daaromtrent in de aanbiadingsbrief bij de gemeente-begroting
1977 wordt vermeld.
Burgemeester en wethouders van Leeuwarderadeel
de secretaris de burgemeester
JJ.P.v.d.Kooi,
P.Soepboer l.b.