- 3 -
De heer Faber meent, dat je nooit tegen een subsidie moet zijn. Wel stelt hij
zich op het standpunt, dat pas een funktionaris moet worden, benoemd, na4at
bekend is hoe hoog de subsidie wordt.
Mevrouw Nicolaij spreekt haar waardering uit voor het werk van de Kulturele
Raad. Zij konstateert dat deze raad m.b.t. de2e aangelegenheid veel heeft ge-
daan. D6or haar wOrdt een vraagteken geplaatst bij de konklùsie op bladzijde 2
waar staat dat de bedoeling van de Permanente Educatie is- om te ontplooien tôt
vrij mens. Zij meent dat vrije Friezen dit ook kunnen zonder de Permanente
Educatie. Zij vraagt of de verenigingen ook inspraak hebben bij de benoeming
van de hiervoor aan te trekken funktionaris. Tenslotte dringt zij er op aan,
dat zodra deze funktionaris er is hij begint met het organiseren van dè kursus-
sen voor werklozen.
Mevrouw de Boer zegt, dat hoewel haar fraktie vragen heeft, zij zich niet nega-
tief wil opstellen. Wel vraagt zij zich af wie deze funktionaris gaat benoemen
en of de werkgroep Permanente Educatie ûok inspraak heeft. Zij vraagt verder
of deze fuiaktionaris ook verslagen moet maken en of dit door het Ministerie var
C.R.M. ook wordt geëist. Zij informeert tenslotte wat er na twee jaar gaat ge-
beuren. Neemt de gemeente deze funktionaris dan zelf in dienst of zijn de vereni
gingen dan zo ver dat zij het zelf kunnen verzorgen?
De voorzitter zegt blij te zijn, dat de raad zich zo positief uitlaa'c. liij on-
derschrijft dat er vragen leven. Naar zijn mening kunnen deze pas in.de loop
van de twee jaar, gedurende welke de onderhavige funktionaris werkzaani zal zijn,
opgèlost worden. Hij benadrukt, dat coordinatie tussen verschillende verenigin
gen enorm belangrijk is. Hij stelt dan ook, dat wanneer het deze funlttiohr.ris
lukt de aktiviteiten van de verschillende verenigingen te coordineren dat dan
al van een aardig stuk werk kan worden gesproken. Wat betreft de oçmerking van
mevrouw Stolte over een parttime- of een fulltime kracht merkt hij Op, dat het
kollege er van uit is gegaan dat de onderhavige kracht de vergaderingen van de
Kulturèle Raad en van de werkgroep Permanente Educatie toch zâl moeten bijwonen.
Gelet hierop wordt het niet zinnig geacht, dat twee personen deze Vergaderingen
bijwonen. Naar het oordeel van het kollege ontmoet het daarom geen bezwaar, dat
de onderhavige funktionaris tevens het sekretariaat van de Kulturele Raad ver-
vultHij zegt verder, dat het kollege van burgsmeester en wethouders deze
funktionaris gaat benoemen. Uiteraard zal de Kulturele Raad of de werkgroep
Permanente Educatie hierbij inspraak hebben. Wat er na twee jaar gaat gebeuren
zegt hij nu nog niet te kunnen zeggen. De beslissing hierover is echter niet
aan het kollege van burgemeester en wethouders, maar aan de raâd.
Wethouder Visser merkt op, dat het ministerie van C.R.M. graag ziet- dat ook de
kleine gemeenten in dezen hun aanvraag doen. Het is een bekend verschijnsel, dat
de bijdragen voor dit soort zaken alleen naar de grote gemeenten gaan. Omd&t
het genoemde ministerie benieuwd is hoe een en ander in een kleine geneente zal
reilen en zeilen bestaat de gegronde verwachting, dat wel een bijdràge zal worden
toegekend. Hij zegt achteraf niet gelukkig te zijn met de redaktie van het voor-
stel in dezen. Naar zijn mening moet dit voorstel worden herschreven en wel in
die zin dat over de sekretariaatswerkzaamheden van de Kulturele Raad niet meer
wordt gesproken. Naar aanleiding van een opmerking van mevrouw Nicolaij zegt
hij, dat ook de kursisten inspraak zullen hebben. Tenslotte deelt hij aede, dat
door de aan te trekken funktionaris elk halfjaar een rapport moet worden opgemaakt
Op basis van dit rapport wordt door de minister een subsidie toegekend voor de
te voeren aktiviteiten.
De heer Faber benadrukt nogmaals, dat eerst de hoogte van de bijdràge bekend
moet zijn alvorens tôt aanstelling van een kracht wordt overgegaan.
Zonder lioofdelijke stemming wordt met het voorstel van burgemeester en wethouders,
zoals dit na herschrijving conform de opmerking van wethouder Visser, zal luiden,
ingestemd.