Agendapunt Voorstel 76/114 Onderwerp: vaststelling kosten openbaar kleuteronderwijs Aan de gemeenteraad Ingevolge artikel 47s le lid der Kleuteronderwijswet moet'in gemeenten, waar êên of meer openbare kleuterscholen bestaan, de gemeenteraad jaarUjks voorlopig vast- stellen: a. het bedrag, dat de gemeente in het voorafgaand kalenderjaari.c1975, terzake van de in artikel 38 onder h en i bedoelde kosten (die van het onderhoud van de schoolgebouwen en die van verlichting en verwarming en schoonhouden van de schoolgebouwen) voor die scholen werkelijk heeft uitgegevenjj uo? b. het bedrag dat van rijkswege over het betrokken kalenderjàar vas beschikbaar gesteld ter bestrijding van de onder bedoelde uitgaven» .jbij u': nf 1 c. zo nodig het verschil tussen de onder a en b bedoelde bedragen; d. het bedrag j, dat de gemeente in eerder bedoeld kalender jaar terzake van de in artikel 38 onder j t/m 1 bedoelde kosten (die van het enderhohd van de school- meubelen, het ontwikkelingsmateriaalde hulpmiddelen en schoolbehoeften, die van aanschaffing van ontwikkelingsmateriaal, hulpmiddelen eh schoolbehoeften, voor zover die aanschaffing strekt ter vervanging van ontwikkelingsmateriaal en hulpmiddelen, die tengevolge van langdurig gebruik nietmeer kunnen worden gebruikt, of tôt aanvulling van de voorraad van schoolbehoeften, in verband met de vermindering door gebruik, alsmede aile andere litgaven, ter verzekering van de goede gang van het onderwijs) voor die scholen werkelijk heeft uitgegeven; e. het bedrag dat van rijkswege over het betrokken kalenderjaar was bèschikbaar gesteld ter bestrijding van de onder d bedoelde uitgaven; f. zo npdig het verschil tussen de onder d. en e, bedoelde bedragen. Om de 5 jaren stelt de raad,ingevolge het tweede lid van het in de aanhef vermelde wetsartikel bij bovenbedoeld besluit tevens voorlopig vast het totaal van de uit- gaven voor de openbare kleuterscholen over de voorafgaande 5 jaren, het totaal der van rijkswege beschikbaar gestelde bedragen en indien bedoelde uitgaven de beschik baar gestelde bedragen hebben overschreden, de bedragen der overschrijding berekend per lokaal en per kleuter. Thans zal deze vaststelling moeten plaats vinden voor het tijdvak 1971 t/m 1975. Gebleken is, dat het totaalbedrag van de kosten hier- hoven ondér a gérioeind, het totaal van de beschikbaâr gestelde bedragen, vermeld onder b, met 68.617,84 heeft overschreden. Eet bedrag der overschrijding per lo kaal is becijferd op 63.617,84 9.31 7.370,34 (zie bijgaand ontwerp-besluit) Voorts is gebleken, dat het totaalbedrag van de kosten hierboven onder d genoemd, het totaal van de beschikbaar gestelde bedragen, vermeld onder e, met 5.603,28 heeft overschreden. Het bedrag der overschrijding per kleuter is becijferd op 5.603,23 183.7 30,50 (zie bijgaand ontwerp-besluit) De besturen van de bijzondere kleuterscholen hebben aanspraak op eenzelfde bedrag per lokaal en per kleuter over het afgelopen vijfjarig tijdvak. Worden de gemeenterekeningen over de betrokken jaren onveranderd door Gedeputeerde Staten gesloten, dan wordt daardoor de voorlopige vaststelling definitief; in het andere geval moet de raad bij afzonderlijk besluit tôt definitieve vaststelling overgaan, in overeenstemming met de door Gedeputeerde Staten genomen beslissing. De betekenis van de vaststelling der hiervoor bedoelde bedragen is gelijk aan die van de vaststelling der bedragen, bedoeld in artikel 55 ter eerste en tweede lid der Lager Onderwijswet 1920 en houdt derhalve verband met de aanspraken welke de besturen der bijzondere kleuterscholen krachtens de financiële gelijkstelling van openbaar en bijzonder onderwijs tegenover de gemeente kunnen doen gelden. Stiens, 12 olctober 1976. -.1, i' '■i l'>î 08SG r

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1976 | | pagina 39