- 5 - 14. Vnnvtttel tôt het verlenen van een bi.idraae aan de Stiehting Jeugd- en Vor-_ De heer Boersma zegt veel voor een goede en uitgebreide brandpreventie te voelen in elk openbaar gebouw; dus ook in 8-88. Hij raerkt op» dat de nota hem wel wat hoog voorkomt. Hij informeert of de minister hierom ook de aanvraag van 8-88 heeft afge-- wezen. De heer Dam vraagt of er een algeheel onderzoek naar de brandpreventie in aile openbare gebouwen van de gemeente wordt gedaan. De voorzitter zegt, dat naar zijn mening de kostenopgaaf niet absurd koog is. Vervolgens leest hij voor wat de aan te brengen voorzieningen wel kos- ten. 'KM' Op de vraag van de heer Dam deelt hij mede, dat de commandant van de brand- weer inderdaad de brandpreventie van aile openbare gebouwen nagaat. Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. :s 15. Voorstel tôt vaststelling van de restauratiekosten van de toren van de Ned. Hervormde Kerk te Hij uni (76/91) 3-2 023 m. Zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 16. Voorstel tôt het ovememen van de bezittingen en sahulden van de Vereniging Het Zwembad te Stiensj tôt het instellen van een tak van dienst voor sport aangelegenheden en tôt vaststelling van de daarmee verband houdende verorde- ningen (76/92) 3 - 2 025 m. ~T Mevrouw de Boer zegt, dat haar fraktie er voor is dat het personeel van het zwembad een zo gunstig mogelijke pensioenregeling krijgt. Zij zegt het jammer te vinden dat de Vereniging Het Zwembad een dergelijke regeling niet kon bieden. Een en ander heeft tôt gevolg dat hier een stukje particulier initia- tief verloren gaat, hetwelk zij zegt tebetreuren. Voor het overige zegt zij met het voorstel akkoord te kunnen gaan De heer Dam merkt op kontent met dit voorstel te zijn. Verder noemt hij het onderhavige stuk een goed raadsvoorstel,; omdat er altematieven in zijn ge noemd. Hij informeert naar de reden waarom geen plaatsvervangende kommissie- leden kunnen worden benoemd. Wat betreft de passage over de vergoeding aan de kommissieleden merkt hij op zich af te vragen of het nu al mogelijk is een vergoeding toe te kennen. Verder vraagt hij wat onder het bepaalde in arti- kel 11, waar staat dat een lid kan worden geschorst c.q. ontslagen indien in strijd wordt gehandeld met door de raad of door burgemeester en wethouders vastgestelde regelen, of anderzins ten nadele van de. belangen van de sport in de gemeente ondernomen, van de sportkommissie, wordt verstaan. Tenslotte vraagt hij wat de reden is, dat in artikel 2 van de verordening op de sportkommissie is bepaald dat het lid van het kollege van burgemeester en wethouders tevens voorzitter van de kommissie is. De heer Tulner merkt op het jammer te vinden, dat de raad maar over zo weinig tijd kon beschikken om deze stukken te kunnen bestuderen. Wat betreft de over- name van het zwembad zegt hij geen bezwaren te hebben. Hij vraagt zich af of de sportkommissie het zich realiseert, dat uiii' artikel 13 op de sportkommissie nogal wat extra werk voortvloeit. Hij informeërt of het zo langzamerhand niet tijd wordt hiervoor een beroepskracht aan te trekken. Tenslotte vraagt ook hij waarom het lid van het kollege van burgemeester en wethouders automatisch voor zitter van de sportkoianissie wordt. - <i r j z) C j

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1976 | | pagina 7