- 3 - Artikel 15. 1. De gemeente verstrekt het kapitaal aan de dienst, hetwelk nodig is voor de financiering van vaste bezittingen. 2. De dienst vergoedt jaarlijks aan de gemeente over de kapitaalschuld een rente, die wordt berekend naar het door de gemeente voor de financiering van haar ka- pitaaluitgaven verschuldigde gemiddelde rentepercentage, met dien verstande dat voorzover voor de financiering bepaalde geldleningen zijn aangetrokken, de rente van die geldleningen verschuldigd is. 3. In afwijking van het 2e lid wordt voor nieiwe kapitaaluitgaven de rentevergoe- ding berekend naar het percentage dat op de kapitaalmarkt geldt op het moment dat tôt de uitgaaf wordt besloten. Artikel 16. 1. De dienst lost op het door de gemeente verstrekte kapitaal jaarlijks een bedrag af gelijk aan de afschrijving over dat jaar op de bezittingen van de gewone dienst. 2. Buitengewone aflossing heeft plaats indien en tôt het bedrag waarvan de dienst door overdracht van bezittingen aan de gemeente, aan andere takken van dienst of aan derden, of op andere wijze kapitaalmiddelen verkrijgt. Artikel 17. Leveringen en of diensten van en aan de gemeente en van en aan andere takken van dienst van de gemeente worden aan en door de dienst in rekening gebracht, alsof zij door en ten behoeve van derden hadden plaatsgehad. Artikel 18. De objecten worden ingebracht tegen de boekwaarde op het tijdstip van inbreng. Artikel 19. 1. De beheerscommissie dient jaarlijks voor 1 juli een ontwerpdeelbegroting met memorie van toelichting voor het daarop volgende boekjaar voor de haar opgedra- gen taken bij burgemeester en wethouders in. 2. Het ontwerp wordt onverminderd het bepaalde in de begrotingsvoorschriften 1S31 ingericht volgens door burgemeester en wethouders gegeven vocrschriften. 3. Burgeneester en wethouders bieden het ontwerp van de begroting al dan niet ge- wijzigd de gemeenteraad ter vaststelling aan tegelijk met het ontwerp van de ge- meentebegroting. 4. Indien de beheerscommissie de ontwerpdeelbegroting niet tijdig indient kunnen burgemeester en wethouders een eigen ontwerp-begroting aan de raad ter vaststel ling aanbieden. Artikel 20. 1De posten van de begroting mogen, voorzover de lasten en kapitaalsuitgaven be- treft, niet worden overschreden. 2. Besluiten van de gemeenteraad, waarbij machtiging wordt verleend tôt af- en over- schrijving op pcsten der begroting,behoeven de goedkeuring van Gedeputeerde Staten: a. indien zij betreffen af- en overschrijvingen van of op de post''afschrijvingen". b. indien als gevolg van de af- en overschrijving de gemeentebegroting moet worden gewijzigd; c.indien zij betreffen af- en overschrijvingen van en op posten van de kapitaal- dienst. 3. De besluiten, welke ingevolge het tweede lid de goedkeuring niet behoeven, wor den aan Gedeputeerde Staten ter kennisneming gezonden.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1976 | | pagina 89