Besluitenlijst van de vergadering van de gemeenteraad gehouden op donderdag 2 de-
cember 1976 vanaf des middags 16.00 uur in het geraeentehuis te Stiens.
Aanwezig zijn de leden: de dames T. de Boer-Dankert G. Nicolaij-Bultsma en P.
Stolte-van der Meulen en de heren H.A.J. Boersma J. Dam P. de Haan S. Jansraa,
P. Tulner en 0. Paber en de wethouders de heren P. Soepboer en W. Visser.
Voorzitter: H. Boschma burgemeester.
Secretaris: ('s middags) A. Talman loco-secretaris.
('s avonds) J.P. van der Kooi, gemeente-secretaris.
Nadat de voorzitter aile aanwezigen hartelijk welkom heeft geheten deëlt hij ihéde,
dat het met de heer Scholtus aanmerkelijk beter gaat. Hi,j zegt te hopen hem binnen-
kort weer in eeri raadsvergadering te lcunnen begroeten. Verder deeLt hij mede, dat
het tôt nu toe met de heer Bak boven verwachting gaat.
1. Ingelcomen stukken (16/134) 1 - 4 000
Naar aanleiding van het schrijven van Gedeputeerde Staten m.b.t. het instellen
van een irhaalver ;od buiten de bebouwde kom van Stiens, ter hoogte van de afslag
naar Stiens-Zuid merkt de heer Dan op dat het daar een levensgevaarlijke situa-
tie is. Naar zijn mening kan hier niet veilig worden ingehaald. Hij zegt het op
pri.js te stellen dat aan Gedeputeerde Staten wordt bericht dat de genomen be-
slissing niet kan worden geacoepteerd.
Ook de heer de Haan spreekt zijn verbazing er over uit dat Gedeputeerde Staten
tôt deze bes,lissing hebben kunnen komen. Hij vraagt zich af hoeveel slachtoffers
er dan wel moeten vallen alvorens tôt het instellen van een inhaalverbod kan
worden gekoraen.
Verder merkt hij op dat het hem spijt dat het kollege van burgemeester en wet
houders geen kans heeft gezien hun reaktie te geven op de nota werken.
De heer Tulner zegt het volledig eens te zijn met de woorden van de heren Dam en
de Haan over het inhaalverbod op de Brédyk. Met name wijst hij nog op de gevaar-
lijke sitùaties tijdens de spitsuren. Vooral voor de Icinderen vindt hij het dan
erg gevaarlijk om over te steken. Ook hij dringt er bij het kollege van burge
meester en wethouders op aan dat nogmaals een brief over deze aangelegenheid aan
het kollege van Gedeputeerde Staten wordt geschreven.
De voorzitter zegt met verbazing en teleurstelling kennis te hebben genomen van
het schrijven van Gedeputeerde Staten. Hij zegt toe dat andermaal een brief over
deze aangelegenheid zal iirorden geschreven.
Wat betreft de opmerking van de heer de Haan over de nota werken merkt hij op
dat het in de bedoeling ligt om deze nota in de vergadering van 23 december a.s.
te laten behandelen.
Naar aanleiding van het schrijven van burgemeester en wethouders van Ilenalduma-
deel inzake het sportvliegen op en om de vliegbasis Leeuwarden, alsmede de re-
alctie hierop van het kollege van burgemeester en wethouders van deze geraeente,
merkt mevr. de Boer op, dat zij hierover niet zo best kan oordelen. Met name de
orastandigheid dat zij niet weet hoeveel lawaai deze vliegtuigen veroorzaken
raaakt het voor haar moeilijk om een oordeel te vellen. Zij dringt er op aan, dat
Menaldumadeel en Leeuwarderadeel zo mogelijk tôt een eensluidend standpunt komen.
De heer Tulner raeent dat wel eenduideli jk onderscheid raoet worden geraaakt tussen
de sportvliegeri.j en het militaire vliegverkeer. Wordt dit niet gedaan dan ziet
men het verkeerd aldus spreker.
f