Agendapunt 13
Voorstel 76/j
Onderwerp: Stiens, 8 december 1976
neraen van een beslissing
op de beroepschriften van
de heren Haijma te Britsum
en Anema te Stiens
Aan
de gemeenteraad
I. In uw vergadering van 29 aprii 1976 is door uw raad verklaard, dat voor een
gedeelte van het bestemmingspïan Britsum een herziening wordt voorbereid.
Het vaststellen van dit voorbereidingsbesluit was nodig om de mogelijlcheid te
openen om aan de heer H.K.Haijma» Aldlansdyk 19, Britsum een vergunning te
veflencn voor de bouw van een werkplaats.
Nadat op 30 juni 1976 door Gedeputeerde Staten was verklaard, dat tegen de
afgifte van de gevraagde bouwvergunning geen bezwaar bestaat is door ons op
29 september 1976 voor de bouw van de onderhavige werkplaats een voorwaarde-
lijke vergunning verleend.
Tegen ëën van de voorwaarden, te weten voorwaarde 2, luidend°'Het werk dient
te worden uitgevoerd zoals in rood op de tekening staat aangegeven is door
de heer Haijma bij schrijven van 27 oktober 1976, ingekomen 23 oktober 1975;,
beroep ingesteld bij uw raad.
Beroep kan worden ingesteld binnen ëén maand na de datum van verzending.
De kennisgeving dat de bouwvergunning kan worden afgehaald is verzonden op
30 september 1976, zodat het beroepschrift binnen de gestelde termijn in bin
nen gekomen en derhalve voor behandeling ontvankelijk is.
De bezwaren van de heer Haijma richten zich tegen; a. hoogte van zadeldalc,
b. houten bekleding rondom, c. baksteen dus spouwmuur, d. geheel ander spant-
werk in verband met loopkat, e. hogere kap en dus hogere verwarmingskosten en
f. aanraerkelijke verhoging van bouwkosten en onderhoud en daardoor hogere
produktielcosten.
De kommissie van beroep heeft in haar vergadering van 2 december jl. de heer
Haijma gehoord en heeft daarbij gekonstateerd, dat de bezwaren van de heer
Haijma zich feitelijk toespitsen op de eis dat een steilere dakhelling moet
worden toegepast.
Ter nadere informatie zij hier verraeld dat in eerste instantie door de heer
Haijma een verzoek is ingediend om een werkplaats te mogen bouwen met een
platdak. Ilet materiaal van de opgaande muren zou bestaan uit B2 blokken. Zoals
bekend, is de kleur hiervan wit.
De provinciale schoonheidskommissie merkte naar aanleiding van deze bouwaan-
vraag op, dat de omgeving vraagt om een hoofdvorm met een zadeldak en toepas-
sing van rode baksteen aan de randen. Genoemde kommissie was van nening dat
met een flauw hellend dak al iets kon worden bereikt.
Gedachtig deze opmerkingen is door de heer Haijma een nieuwe bouwtekening in
gediend. Zowel aan de wens om een flauw hellend dak als aan de wens om voor de
opgaande muren rode baksteen toe te passen is door de heer Haijma tegemoet ge
komen
De provinciale schoonheidscommissie blijft evenwel bezwaren houden en beveelt
aan de dakhelling steiler te nemen en voert als nieuwe eis op dat de gevelbe-
kleding uit donker gecarbolineerd hout moet bestaan.
Conform deze aanbevelingen van de schoonheidskommissie is door ons kollege een
bouwvergui-ning verleend.