- 3 -
2. Het secretariaat doet daarvan mededeling aan de indiener van het bezwaar-
schrift en - als deze is aangewezen - aan dians gemachtigde.
3. Voor het houden van de hoorzitting is vereist, dat 3 (plaatsvervangende
leden aanwezig zijn.
Artikel 10-
1. De hoorzitting van de commissie is openbaar.
2. De commissie kan besluiten, dat de hoorzitting met gesloten deuren plaats
vindt.
Artikel 11
1. De indiener van het bezwaarschrift kan zijn etandpunt tijdens de hoorzit
ting persoonlijk of bij gemachtigde toelichten; zo nodig kan de commissie
ook andere belanghebbenden in persoon of bij gemachtigde horen.
2. De in het eerste lid bedoelde geraachtigden moeten een schriftelijke en^
- doorcfe vertegenwoordigde - ondertekende machtiging overleggen, tenzij zij
als advoca&t of procureur zijn ingeschreven» of samen met de vertegenwoordig
de ter zitting verschijnen.
3. Ter nadere tôelichting van hun standpunt tijdens de hoorzitting kunnen de
indiener van het bezwaarschrift en de anderein het eerste lid bedoelde
belanghebbenden - voor hun rekening - getuigen en/of deskundigen meebrengen.
4. De commissie is bevoegd leden van het collège van burgemeester en wethouders
en/of ambtelijke deskundigen uit te nocligen, tijdens de hoorzitting hun mening
omtrent het b e zv7aar s chr i f t kenbaar te maken.
Artikel 12.
Van de hoorzitting wordt proces-verbaal opgemaakt, dat door de voorzitter en
vanwege het secretariaat wordt ondertekend.
Artikel 13.
Indien na afloop van de hoorzitting» doch voordat het uit te brengen advies wrdt
vastgesteld» een nader onderzoek wenselijlc blijlct te zijn» zulks ter beoordeling
van de commissie» geschiedt dit onderzoek door of onder leiding van de voorzitter.
Titel V.
Adviezen.
Artikel 14.
1Binnen 45 dagen» nadat het bezwaarschrif t bij de gemeenteraad is ingekomen» ad-
viseert de coranissie - samengesteld uit die leden, die de indiener van het
bezwaarschrift of diens gemachtigde hebben gehoord - de gemeenteraad in vorm
van een concept-beschikking qp het bezwaarschrift.
2. De uit te brengen adviezen worden vastgesteld bij meerderheid van stemmen.
3. De commissie kan de in het eerste lid bedoelde termijn ten hoogste eenmaal met
vijftien dagen verlengen; zij doet hiervan binnen vijf dagen na afloop van de
in het eerste lid genoemde termijn schriftelijk mededeling aan de geineeni_eraad.