- 3 -
6. De ontwerp-begroting wordt voor of tegelijk met de gemeentebegroting voor het
volgend jaar aan de gemeenteraad ter vaststelling aangeboden.
Artikel 9.
1. De posten van de begroting mogen, voor zover deze de lasten en kapitaaluitgaven
betreffen, niet worden overschreden
2. Besluiten van de gemeenteraad, waarbij machtiging wordt verleend tôt af- en
overschrijving op posten der begroting, behoeven de goedkeuring van gedepu-
teerde staten, indien zij betreffen:
a. af- en overschrijvingen van of op de post "afschrijvingen
b. posten, betreffende de uitkering van het batig saldo aan de gemeente, of de
uitkering van het nadelig saldo door de gemeente;
c. af- en overschrijvingen van en op posten van de afdeling van kapitaalinkom-
sten en -uitgaven.
3. De besluiten, welke ingevolge het tweede lid van dit artikel de goedkeuring
niet behoeven, worden aan gedeputeerde staten ter kennisneming gezonden.
Artikel 10.
1. De administrateur zendt jaarlijks aan de commissie, bedoeld in artikel 4, lid 1,
vôor een door haar te bepalen tijdstip, een ontwerp-rekening van de tak van
dienst over het afgelopen jaar.
2. De in het vorige lid bsdoelde ontwerp-rekening wordt ondertekend door de ad
ministrateur en wordt voor "gezien" getekend door de directeur of directrice.
Laatstgenoemde deelt opmerkingen, waartoe deze stukken hem of haar aanleiding
geven, mede aan de commissie.
3. Ter toelichting van de ontwerp-rekening legt de directeur of de directrice
tegelijkertijd een verslag over betreffende de toestand en de werkzaamheden
van de tak van dienst in het afgelopen jaar.
4. De commissie stelt de ontwerp-rekening zo spoedig mogelijk vast, waarna de
ontwerp-rekening terstond wordt toegezonden aan burgemeester en wethouders.
5. Voor of tegelijk met de gemeenterekening over hetzelfde dienstjaar wordt de
rekening van de tak van dienst door burgemeester en wethouders aan de gemeente
raad aangeboden onder overlegging van de in de voorgaande leden bedoelde
stukken.
Artikel 11
1. Als gewone aflossing keert de tak van dienst zo nodig aan de gemeente een
bedrag uit, dat gelijk is aan de ten laste van de rekening van baten en lasten
gebrachte afschrijvingen op de vaste bezittingen van de tak van dienst.
2. Als buitengewone aflossing keert de tak van dienst zo nodig aan de gemeente
een bedrag uit, dat gelijk is aan:
a. de boekwaarde van de door de tak van dienst vervreemde vaste bezittingen;
b. Op andere wijzen verkregen kapitaalmiddelenniet vallende onder artikel 2,
lid 1, artikel 11, eerste lid of artikel 12.
3. Indien de gemeente kapitaal aan de tak van dienst heeft verstrekt voor het
vormen van voorraden, is onder deze buitengewone aflossing tevens begrepen
het bedrag, waarmee het voor deze financiering verstrekte kapitaal aan het
eind van het dienstjaar de boBkwaarde van die voorraden overtreft.
Artikel 12.
1. De door reservering bij de tak van dienst vrijgekomen middelen worden zo nodig
belegd bij de gemeente.
2. De gemeente vergoedt over het bedrag van de belegde reserve elk jaar rente
naar het percentage, dat door de tak van dienst in dat jaar betaald moet
worden over het door de gemeente verstrekte kapitaal.
3. De gekweekte rente wordt aan de reserve toegevoegd.
