- 2 - Stiens Kunnen worden gerealiseerdomdat dit dorp daartoe de ruimtelijke mogelijk- heden niet zou bezitten. Ook dit achten wij eenzaak die tôt de eigen verantwoordelijkheid van de gemeente behoort In uitgangspunt 14, sub b, wordt aandacht besteed aan de huisvesting van het vesti- gings-overschot in de Regio Leeuwarden in de centrum-dorpenbinnen de hun nog toe- gemeten ruimte, in regionaal verband. De verdeling over de dorpen blijft o.i. een gemeentelijke zaak. Verder zijn wij van mening, dat in zijn algemeenheid zeker als uitgangspunt zal moeten gelden, dat in de regio de geplande woningbouw in totaliteit zal moeten worden gerealiseerd. Dit houdt in, dat indien een gemeente er in een bepaald jaar door omstandigheden (b.v. gebrek aan bouwgrond) niet in slaagt hethaar toegewezen kwantum woningen te bouwen, de niet gerealiseerde hoeveelheid woningen elders in de Regio wordt gebouwd. In volgende jaren kan dit dan weer recht worden getrokken. Tenslotte willen wij in het kort ingaan op de samenhang met de Nota Alternatieven van het Streekplan Friesland. Een vergelijking is niet mogelijk, omdat de Uitgangs- puntennota een vrij globaal karakter heeft in tegffistelling tôt de aanzienlijk gedetailleerder Alternatievennota Het belangrijkste verschil tussen de beide nota's is wel, dat de Nota Alternatieven een fase is in de voorbereiding van het Cwettelijk voorgeschrevenopstellen van een streekplan, terwijl de Uitgangspuntennota een fase is in het tôt stand komen van een gemeenschappelijk geformuleerd belang van de gemeenten in de Regio Leeuwarden op het terrein van de ruimtelijke ordening. Naar onze mening wordt in de nota Alternatieven te weinig recht gedaan aan de eigen verantwoordelijkheid van de gemeenten ten aanzien van het ruimtelijk beleidt. De hier en daar toegepaste mate van detaillering verdraagt zich moeilijk met het karakter van het streekplan als een plan dat de hoofdlijnen van de gemeentelijke ont- wikkeling moet aangeven. Voorbeelden hiervan zijn de kernenhierarchie en dp toedeling van de bevolking aan de kernen. Voorkomen moet naar onze mening worden, dat in de Uitgangspuntennota van een zelfde mate van detaillering wordt uitgegaan, zoals naar ons gevoel enigszins is gebeurd bij de stelling, dat een aantal centrumdorpen hun ruimtelijke ontwikkeling reeds in belangrijke mate hebben benut en dat een verdere uitgroei beperkt zal kunnen zijn. Wij geven u in overweging in principe akkoord te gaan met de concept-Nota Uitgangs- punten, voor de ruimtelijke ordening en de woningbouw in de regio Leeuwarden en de vorengenoemde bemerkingen ter kennis van de Regioraad te brengen. Burgemeester en wethouders van Leeuwarderadeel de secretaris, de burgemeester, JP.vd.Kooi H. Boschma

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1979 | | pagina 83