Agendapunt 9
Voorstel 79/29
DnderwerpStiens, 14 februari 1979.
Voorstel inzake het beplantingsplan
in het kader van de ruilverkaveling
in Leeuwarderadeel
Aan
de gemeenteraad
In de vergadering van augustus 1978 is door uw kollege ons voorstel inzake
"kostenopzet en verdeling betreffende uit te voeren werken in ruilverkave-
lingsverband" besproken en in grote lijnen aanvaard.
Er zijn door u toen beslissingen genomen over het kostenaspect en geen
besluiten over planologie, met uitzondering van recreatievepaden langs de
Dokkumer Ee en van de Jelsumer Aldlânsdyk naar de Kornjumer Aldlânsdyk.
Dver het landschapsplanenspeciaal het onderdeel "beplantingen" schreven wij
in het augustus voorstel o.a. het volgende:
"De overige beplantingsoppervlakte van maximaal 10 ha., over de plaatsbepaling
waarvan uw collège zich in een later stadium kan uitspreken, komen ten laste
van de gemeente.
Wij menen, gezien ook de cijferopstelling die wordt nagezonden, dat dit voor
onze gemeente een haalbare kaart is en nodigen uw collège uit zich hieraan
te conformeren.
Wij waarderen de plannen van de voorbereidingscommissie wat betreft de aan-
kleding van het landschap in onze gemeente in de omgeving van de dorpen zeer
positief, evenals de meerdere recreatiemogelijkheden voor onze burgers die
middels deze plannen worden geboden. Dit geldt evenzo voor de aan te brengen
boombeplanting langs enkele wegen in het buitengebied
Inmiddels hebt u één dezer dagen het "Rapport ex artikel 34" voor de ruilverka
veling Leeuwarderadeel persoonlijk ontvangen.
Dit rapport is goedgekeurd door de C.C.C. te Utrecht, na goedkeuring door de
provinciale overheid is het plan gepubliceerd en kunnen van 12 februari gedurende
een maand eventuele bezwaarschriften worden ingediend bij G.S.
Ook het gemeentebestuur kan aan deze beroepsprocedure meedoen wanneer daaraan
behoefte blijkt te bestaan.
Wij zijn met uw collège van mening dat de raad het geeigende orgaan in een
gemeente is die planologische beslissingen behoort te nemen binnen de eigen
grenzen
Hoewel onze waardering voor het voorbereidende werk van de voorbereidings
commissie onverkort gehandhaafd blijft, menen wij toch dat er aanleiding bestaat.
op dit moment een uitspraak van uw collège te vragen over de in de toekomst
te nemen planologische beslissingen betreffende het beplantingsplan.