-2-
ArtiKel 5.
1. De boekhouding van de tak van dienst wordt gevoerd naar de méthode van dubbel
boekhouden en in overeenstemming met de richtlijnen als omschreven in de
regeling boekhouding bejaardenoorden
2. Zij moet zodanig zijn ingericht, dat daaruit een volledig overzicht van de
bezittingen, vorderingen en schulden en een gedetailleerd overzicht van de
resultaten van de tak van dienst kan worden samengesteld.
3. De commissie, bedoeld in artikel 4, lid 1 kan omtrent het inrichten en bij
houden van de boekhouding nadere voorschriften geven.
Artikel 6.
1. net uitzondering van kleine uitgaven, waartoe geacht worden te behoren die
voor porti, vrachten enzovoort worden geen betalingen gedaan, dan nadat de
betrekkelijke rekeningen of andere bescheiden voor "akkoord" zijn getekend
door de directeur of directrice van het verzorgingstehuis.
2. Betalingen ten laste van de tak van dienst geschieden op schriftelijke
opdracht van de administrateur, zonder bevelschrift als bedoeld in artikel
121, lid 2, der gemeentewet.
3. De administrateur geeft geen betalingsopdrachten af dan nadat deze zijn getiat
teerd door de voorzitter van het dagelijks bestuur van de commissie, bedoeld
in artikel 4, lid 1, of het in dat bestuur zitting hebbende lid van het
collège van burgemeester en wethouders.
Artikel 7.
1. De administrateur draagt zorg, dat aile inkomsten van de tak van dienst tijdig
worden ingevorderd.
2. Hij ziet er op toe, dat de door hem verstrekte betalingsopdrachten tijdig
worden uitgevoerd.
3. De afwikkeling van de inkomsten en de betalingsopdrachten geschiedt via de in
artikel 4, lid 4, genoemde instellingen.
Artikel 8.
1. Binnen de door de commissie, bedoeld in artikel 4, lid 1, getrokken beleids-
lijnen is de directeur of directrice belast met het opmaken van de ontwerp-
begroting van de tak van dienst; de ontwerp-begroting wordt ingezonden aan
de commissie, voor een door haar te bepalen tijdstip.
2. De in het vorige lid bedoelde ontwerp-begroting wordt ondertekend door de
directeur of directrice en voor "gezien" getekend door de administrateur.
Indien de ontwerp-begroting de administrateur aanleiding geeft tôt op-
merkingen, deelt hij deze aan de commissie mede.
3. De commissie stelt de ontwerp-begroting vast voor 1 juli van het jaar vooraf-
gaande aan dat waarvoor de begroting moet dienen.
4. Na de vaststelling wordt de ontwerp-begroting met de daarbij behorende toe
lichting door de commissie terstond toegezonden aan burgemeester en wethouders.
5. Een ontwerp-besluit tôt wijziging van de begroting wordt na vaststelling door
de commissie terstond toegezonden aan burgemeester en wethouders. Het ont
werp-besluit wordt binnen 3 maanden na ontvangst aan de gemeenteraad ter
vaststelling voorgelegd.
6. De ontwerp-begroting wordt tegelijk met de gemeentebegroting voor het
volgend jaar aan de gemeenteraad ter vaststelling aangeboden.
Artikel 9.
1. De posten van de begroting mogen, voor zover deze de lasten en kapitaaluit-
gaven betreffen, niet worden overschreden
2. Besluiten van de gemeenteraad, waarbij machtiging wordt verleend tôt af- en
overschrijving op posten der begroting, behoeven de goedkeuring van gede-
puteerde staten, indien zij betreffen:
a. af- en overschrijvingen van of op de post afschrijvingen"
b. af- en overschrijvingen van en op posten van de afdeling van kapitaalin
komsten en -uitgaven.