Hij vindt een goede afweging van zowel landbouw als milieubelangen binnen dit plan
terug.
Er leven echter twee bezwaren bij zijn fractie of beter gezegd twee vragen n.l. bij
A. blz. 3.
Waarom worden geen randvoorwaarden gesteld
Randvoorwaarden zijn naar zijn oordeel juist een uiterst belangrijk hulpmiddel.
De bezwaren die het collège ziet bij het stellen hiervan deelt hij dan ook niet, hoewel
hij op dit moment niet in staat is concreet aan te geven wat deze randvoorwaarden
zouden moeten inhouden.
In de tweede plaats heeft hij eenvraag over de reden waarom burgemeester en wethouders
een deskundige afwijzen zoals bedoeld door de Rijksdienst voor het oudheidkundigbodem-
onderzoek.
Vervolgens heeft hij nog een opmerking over blz. 12 waar ten onrechte sprake is van
een verwijzing naar E en K dit moet zijn E en P.
De heer Faber zegt zich in grote lijnen te kunnen vinden in het plan wat nu ter tafel
ligt ook omdat dit reeds eerder ter sprake is geweest waarbij tôt nu toe vrij weinig
nieuwe gezichtspunten naar voren zijn gekomen.
Hij acht de belangenafweging tussen landbouw en natuur en milieu reeël.
Er resteren bij hem echter twee vragen.
De eerste is waarom moet er zo'n betutteling plaats vinden m.b.t. de tweede bedrijfs-
woningen.
Er zijn reeds zoveel woningen aan het buitengebied onttrokken, waarom nu nog zo'n
overdreven bevoogding
Ten tweede is in de voorschriften voor torensilo's sprake van een hoogte van 18^ m. met
een ontheffingsmogelijkheid tôt 23 m.
Hier moet hij ernstige bezwaren tegen maken omdat zijns inziens de torensilo's landschaps-
ontsierende elementen zijn die niet zijn weg te moffelen.
Overigens vindt hij dat de ingediende bezwaarschriften zeer reeël zijn weerlegd of
gehonoreerd.
Ook de heer Boersma spreekt zijn waardering uit voor het plan zoals het hier ligt maar
hij vraagt zich juist af waarom de hoogte van de torensilo's moet worden gebonden
aan 23 m.
Vervolgens geeft hij een uitgebreide technische uitleg omtrent de opslagcapaciteiten
van de verschillende hoogten van de torensilo's.
Hij constateert dat wat dit betreft twee overheidsinstanties elkaar tegenspreken ni.
het Ministerie van Landbouw en het gemeentebestuur
Mw. Jepma merkt op dat het plan zeer lang op zich heeft laten wachten en dat bij haar
de indruk is opgekomen dat, hoewel dit 7 jaar heeft gevergd het plan zeer haastig
inelkaar is gezet.
Overigens kan zij zich in grote lijnen met het plan verenigen.
De bezwaren zullen nog worden toegelicht door de heer Teitsma.
Zij meent echter de Friese Milieuraad een compliment te moeten maken voor de uitstekende
wijze waarop deze het plan heeft uitgeplozen.
De heer Teitsma merkt op dat op blz. 2 waar sprake is van"aanspreekbaarheid aansprakelijk-
heid''gelezen dient te worden.
Ook de bezwaren tegen randvoorwaarden ziet men binnen zijn fractie niet.
Tevens heeft het hem even verbaasd waarom op blz. 5 geen deskundige nodig wordt geacht
in de vorm van de Rijksdienst voor oudheidkundigbodemonderzoek terwijl op blz. 6 een
deskundige wordt binnengehaald.
Wat betreft de bestemming bijzondere agrarische bedrijven acht hij het juister dat de
oorspronkelijke plankaart wordt gehanteerd waarbij de lijn Hijum-Finkum-Stiens wordt
gehandhaafd, als plaats waar geen bijzondere landbouw mag worden uitgeoefend.
Tevens heeft hij nog een vraag over een vrije busbaan.
Voorts is het naar de mening van zijn fractie beter dat de uitbreiding van het perceel
van de heer Kalma ten zuiden van de bestaande bebouwing wordt geprojecteerd en niet zoals
door het kollege voorgesteld, ten oosten van de bestaande bebouwing.
N.a.v. de opmerking omtrent kampeerterreinen op blz. 9 vraagt hij of het collège al iets
op het oog heeft.