Ten aanzien van het pand Stienser Hegedyk 15 vraagt zijn fractie zich af of het inder- daad verantwoord is dit pand een bedrijfsbestemming te geven. Zij stelt voor in eerste instantie de woonbestemming te handhaven en eventueel nader- hand met een wijziging te komen. De voorzitter antwoordt op de opmerking van mw. Jepma dat het juist is dat het plan zo lang onderweg is geweest, maar dat men in het begin een aantal moeilijkheden heeft gehad vanwege het feit dat de provincie de planvoorschriften te laat gereed had. Bovendien is men zorgvuldig te werk gegaan om te voorkomen dat het plan voor de tweede keer weer niet wordt goedgekeurd. Wat betreft de opmerking van de heer Van Rijn omtrent het conserverend karakter zegt spreker dat deze opmerking juist is. Men heeft altijd gemeend voor de ruilverkaveling het plan buitengebied rond te moeten hebben. Wat betreft de opmerking van de heer Boersma omtrent torensilo's, hier kan tegenover worden gesteld dat men dan ook voor de bestemmingsplannen in Stiens en in de andere dorpen geen voorschriften meer behoeft vast te stellen, dat kan dan ook vrij worden gelaten. Dit geldt ook voor de opmerking van de heer Faber omtrent de tweede bedrijfswoning. Zowel door de heren van Rijn als Teitsma wordt de kwestie van de randvoorwaarden gesigpaleerd Door het collège is bewust gekozen voor het niet in het plan opnemen van randvoorwaarden omdat men dit van geval tôt geval wil bezien. Praktisch is het opnemen van randvoorwaarden ook niet omdat indien men deze wil wijzigen het gehele plan gewijzigd moet worden. Wat betreft de opmerking van de heer Teitsma omtrent de busbaan naar Leeuwarden zegt spreker, dat op het plan voor de nieuwe weg Stiens-Leeuwarden waarmee de raad akkoord is gegaan, geen busbaan is gepland. Vervolgens neemt de heer Soepboer de beantwoordirgvan de vragen over. Zoals ook door de voorzitter is gesteld zijn randvoorwaarden moeilijk concreet in te vullen. Dit kan van geval tôt geval verschillen. Ook het praktische punt dat reeds door de voorzitter is benadrukt van wijziging van het gehele plan bij wijziging van de randvoorwaarden kan hij onderschrijven. De opmerking van de heer Teitsma inzake de deskundigheid binnen het eigen apparaat en het inschakelen van de hoofd-ingenieur Directeur van de bedrijfsontwikkeling in Friesland gaat in zoverre op dat wij ons niet compétent achten in die richting bepaalde beslissingen te nemen omdat wij niet de specifieke deskundigheid die hier voor nodig is bezitten. In de overige gevallen achten wij ons zelf wel in staat om dit te beoordelen. Wat betreft de opmerking van de heer Boersma over de hoogten van de torensilo's zegt spreker dat de in dit plan genoemde 23 m. een compromis is, dat is bereikt na overleg tussen provincie en belanghebbende instanties. Het lijkt hem dan ook niet juist om van deze 23 m. norm af te wijken; omdat dit onderdeel van het plan zeker niet goedgekeurd zal worden. Wat betreft de opmerking van de heer Teitsma omtrent de bijzondere agrarische bedrijven zegt spreker dat de mogelijkheden tôt schatting daarvan voorheen groter was dan in het huidige plan. Hier is als kriterium genomen de afstand tôt de bebouwing omdat men anders een stuk rechtsongelijkheid gaat inbouwen. De eerste grens was alszodanig te grof. Wat betreft de opmerking over de bezwaren van de heer Kalma zegt spreker dat bij de voorbereiding van dit plan aile zaken zijn besproken in een kleine werkcommissie Daarin kwam ook aan de orde een verzoek van de heer Kalma om in plaats van zoals op de oorspronkelijke kaart aangegeven een uitbreiding ten zuiden van zijn bedrijf de mogelijkheid te geven om ten oosten uitbreiding te kunnen plegen. Binnen deze kleine kommissie is deze zaak besproken en men is toen akkoord gegaan met het verzoek van Kalma.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1979 | | pagina 13