-23-
Hoofdstuk 12: Uitoefenlng qemeentelijke bevoeqdheden door
de Regio
Artikel ^2
1. De raad, het collège van burgemeester en wethouders en
de burgemeesters van een deelnemende gemeente kunnen
de uitoefening van bepaalde hun toekomende bevoegdheden,
c.q. de uitvoering van bepaalde taken, liggend binnen
het kader van artikel 5, eerste lid, toevertrouwen
aan de Regioraad, het dagelijks bestuur, onderscheidenliJk
de voorzitter van de Reglo
2. Het collège van burgemeester en wethouders en de
burgemeester doen geen voorstel als in het eerste lid
bedoeld, zonder de voorafgaande instemmlng van de raad
van hun gemeente.
3. Alvorens terzake te besluiten, verzoekt de Regioraad
de betrokken bestuursorganen van de andere deelnemende
gemeenten hem mede te delen of ook zij tôt toepassing
van het vorige lid wensen over te gaan.
k. Indien de betrokken bestuursorganen van aile deelnemende
gemeenten wensen daartoe te besluiten wordt de In het
vorige lid bedoelde uitoefenlng van een bevoegdheld
of uitvoering van een taak aan het Regiobestuur
overgedragen.
5. Indien niet van aile maar tenminste 2/3 van de
deelnemende gemeenten de betrokken bestuursorganen
in de hier bedoelde overdracht bewilligen, zal de
Regioraad slechts met een meerderheid van tenminste
2/3 van het aantal stemmen der aanwezige leden kunnen
beslissen of hlj de overdracht van de gemeenten die
daarin wel bewilligen aanvaardt.
