Agendapunt:14. Voorstelnr. 79115 Onderwerp Bestemmingsplan Finkum. Stiens, 30 juli 1979. Aan de gemeenteraad. Bij besluit van 2 juli 1979 heeft het kollege van Gedeputeerde Staten van Friesland het bestemmingsplan Finkum gedeeltelijk goedgekeurd. Aan de mogelijkheid om een gedeelte van het perceel 2158 bij wijzigmgsplan voor woningbouw te bestemmen en het agrarisch bouwperceel op het perceel 219 de goedkeuring onthouden. Hiernaast worden door het kollege nog enkele opmerkingen gemaakt. Bij een herziening van het onderhavige plan zal hiermede rekening worden gehouden. Het onthouden van de goedkeuring aan de wijzigingsbevoegdheid van een gedeelte van het perceel 2158 motiveert het kollege als volgt: "De in het plan opgenomen mogelijkheid om het perceel 2158 bij wijzigingsplan voor woningbouw te bestemmen ontmoet bij ons kollege overwegende bezwaren. Bebouwing van dit perceel achten wijgelet op de bouwcapaciteit van het plan, niet noodzakelijk, terwijl daarnaast 00k planologische bezwaren tegen eventue e bebouwing van dit perceel zijn aan te voeren. In de eerste plaats krijgt de woning op perceel 2169 dan een meer geisoleerde ligging, terwijl bebouwing 00k om landschappelijke en kultuurhistorische redenen niet gewenst is. Zo zou het uitzicht op het kruinige terrein, dat reeds geschaad is door de in aanbouw zijnde kalvermesterij op perceel 219, verder worden gestoord. Wij hebben derhalve aan de op perceel 2158 aangegeven aanduiding, inhoudende dat het een gebied betreft, waarvoor de wijzigingsbevoegdheid als bovenbedoeld geldt, onze goedkeuring onthouden". In haar beschikking op het beroepschrift van de Fam. H.J. Haitsma, Holdingawei 61, Finkum - bewoner van de woning op het perceel 2169 - schrijft het kollege, dat het aangevoerde bezwaar tegen het vrije uitzicht vanuit de genoemde woning ongegrond wordt geacht, omdat volgens vaste Kroonjurisprudentie aan een geldend bestemmings plan geen blijvende rechten inzake vrij uitzicht kunnen worden ontleend. Opcbaegrond heeft uw kollege destijds 00k het bezwaarschrift van de Fam. Haitsma ongegrond verklaard. Formeel gezien geeft het kollege van Gedeputeerde Staten uw kollege dus wel gelijk, doch materieel niet, omdat andere motieven worden aangevoerd waarop de goedkeuring aan de wijzigingsbevoegdheid van een gedeelte van het perceel 2158 dient te worden onthouden. Bij nadere bestudering van deze motieven - uitzicht op het kruinige terrein ten wes ten van de Finkumervaart en de geisoleerde ligging van de woning op het perceel blijkÇ, dat alleen het laatste genoemde motief hanteerbaar is In het kader van de ruilverkaveling Leeuwarderadeel wordt immers het perceel 21- met bomen beplant, waardoor van een uitzicht op het genoemde kruinige terrein geen sprake meer kan zijn. Het kollege van Gedeputeerde Staten was hierop in de toelichting reeds gewezen, zodat het onbegrijpelijk is, dat dit motief wordt aangevoerd. Resteert derhalve alleen nog het motief, dat de woning op het perceel 2169 een meer geisoleerde ligging zal krijgen. Het gemelde pand kan vrij uitwegen naar de Holdingawei en heeft een vrij uitzicht in noordelijke richting, zodat dit naar onze mening geen grond kan zijn om de goedkeuring aan de wijzigingsbevoegdheid van een gedeelte van het perceel 215 te onthouden.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1979 | | pagina 253